1 - Knip of slijp de sporen op lengte (meestal wat passen en bijknippen) en vijl de kopse vlakken mooi recht. Schuif de metalen raillassen over de railuiteinden en leg de sporen vast zodanig dat ze rechtuit in elkaars verlengde liggen en er geen spanning op rechtuit verende sporen zit. Zet deze positie vast met in dit geval duimspijkers. De middelste twee aan de buitenkant, de buitenste twee aan de binnenkant. Zo houden ze de bocht mooi in lijn. (let op de kleuren van de duimspijkers: die hebben belang!.... niet dus)
2 - Soldeer met net voldoende souduur de sporen aan elkaar. Geen te hete bout (dwarsliggers moeten niet mee smelten), maar wel mooi laten uitvloeien to diep in de las. Bovenop liggende klodders souduur dragen niet bij tot de sterkte van de las. Een goede las blinkt gezond.
3 - Wanneer we de duimspijkers weghalen, en het spoor in de gewenste boog leggen, zien we een haast perfect doorlopende bocht, zonder knik, hobbel of sprong. Met een wagon eens met de hand proefrijden om te vergewissen dat alles goed is.
Bon, dit is maar één van de vele beproefde methodes. Ik gebruik deze omdat ik deze makkellijk vind werken. Maar elke ander systeem dat een goed resultaat geeft is even goed.

De rails wordt uitgelijnd vast gezet

De souduur is uitgevloeid en blinkt mooi

Het resultaat: de sporen liggen mooi in een doorlopende bocht.