Flink bezig geweest om moertjes te draaien, zodat ik de spiraal zodanig kon afstellen dat het begin van het nog te leggen spiraaldeel vrijwel gelijk ligt aan de tafel, want hier gaan immers twee sporen naar toe. In totaal moest de spiraal 1,5 cm zakken, oftewel 0,3 cm per wending. In plaats van een tussenruimte van 5,8 cm is die ruimte nu 5,5 cm. Geen probleem voor al mijn locs met uitstaande panto’s. De stijgingspercentages bevallen me nu ook beter. Binnenspoor 2,6%, maar dat is alleen voor dalend verkeer. Het buitenspoor gaat 2,4% omhoog. Hier rijden treinen zowel omhoog als naar beneden naar het schaduwstation. De foto’s dan maar.
Hier zie je de spiraal naar boven komen. Links de tafel waar twee sporen naar toe gaan.
Eigenlijk dezelfde situatie, maar dan van een andere kant geschoten.
Vanuit de laatste situatie bezien, maar nu heb ik isolatie op de tafelplaat neergelegd. Veel hoogteverschil zal er dan ook niet zijn als de sporen linksom de bocht omgaan. Het binnenspoor heeft overigens een wissel, want dat binnenspoor gaat nog een driekwart wending omhoog, zodat ook het hoogste niveau via dit daalspoor naar het schaduwstation kan. De balk dient even om te zorgen dat de ondervloerplaat strak recht ligt.
Om te testen of de onderlinge afstand tussen de rails en het dak (de onderkant van het volgende spiraaldeel) voldoende is, heb ik de NS-loc met panto’s omhoog de baan opgestuurd. Deze loc heeft verreweg de hoogste panto’s en is dus ideaal voor het testwerk. Zoals je op de ietwat onduidelijke foto ziet, lukt dit wel.
Mvg,
Martin
Hookyville | Fleischmann Piccolo rails | Twin Center | Fleischmann Boosters | BMD16-SD versie 2 ! Roco 10775 | Kuehn WD10 | laptop | Koploper | hoofdzakelijk Duits | Tijdperk: laat IV en V.