In de hoop op deskundig commentaar en kritiek van andere modelbouwers post ik hier mijn baanplan. Ik ben van plan een station van een niet
al te kleine stad te bouwen, waarbij het stadscentrum wordt bediend door een drukke tramlijn.
Er zullen voornamelijk reizigerstreinen rijden. Het meeste materieel is afkomstig uit tijdperk IV/V, maar vanwege een paar daarvan afwijkende
'juweeltjes' wil ik daar niet al te strikt in zijn. De (analoge) baan zal worden bestuurd met een computer, waarbij het mogelijk moet zijn
een enkele trein ook met de hand te bedienen.
Eerst maar eens een plaatje, met daaronder een korte toelichting:
![Afbeelding](https://i.postimg.cc/3wdJcXfP/flatscape.jpg)
De tramlijn
De trambaan bestaat uit een dubbelsporige ringlijn door het stadscentrum. Vanaf het beginpunt op het Stationsplein gaan de trams
afwisselend linksaf om met de klok mee het buitenspoor van de ring te volgen, of rechtsaf om op het binnenspoor tegen de klok in te
rijden. Door een kronkel in de geschiedenis rijdt het wegverkeer in de stad links, en dat geldt ook voor de trams.
Stationsspoor 1 dient als aankomsthalte voor de trams; na aankomst maken de trams een half rondje om het stationsgebouw om dan aan de
voorkant nieuwe passagiers op te pikken en hun vertrektijd af te wachten.
Voor de tramlijn maak ik vanwege de benodigde krappe boogstralen in de stad gebruik van Tomix Fine Track. De binnenbochten hebben een radius
van 103mm; voor de buitenbochten is dat 140mm.
Het station
Naast het aankomstspoor voor de trams, beschikt het station over zes perronsporen aan drie eilandperrons.
De middelste perronsporen (4 en 5) zijn 133cm lang en dus geschikt voor treinstellen tot 7 bakken of getrokken treinen tot 6 rijtuigen.
Iets kortere treinen kunnen ook op de sporen 3 en 6 terecht; de kortste perronsporen (2 en 7) zijn bedoeld voor (kerende) korte
stoptreinstellen of trek/duw-eenheden. Op spoor 7 is de maximale treinlengte nog verder beperkt door een wissel waarlangs drie
opstel/goederensporen (8, 9 en 10) kunnen worden bereikt.
Het is de bedoeling dat de treinen op de dubbelsporige hoofdbaan rechts houden. In dat geval kunnen het station binnenrijdende treinen
kiezen uit drie van de zes perronsporen. Door een tweetal overloopwisselparen kan er vanaf elk perronspoor in beide richtingen vertrokken worden.
De schaduwrotonde
Ik heb lang gepuzzeld op pogingen om het schaduwstation onder de stad weg te werken, maar dat leidde steeds tot een toch al volle stad die
bijna volledig werd ingeklemd door de benodigde hellingbanen, waarbij het hellingspercentage telkens weer aan de (te?) hoge kant was (2.5
tot 2.7%).
Omdat ik aan de achterkant van de tafel nog wat ruimte overhad, heb ik uiteindelijk gekozen voor een schaduwrotonde op een tweede tafel die
achter de hoofdtafel geplaatst wordt. Er zijn daardoor geen hellingen meer nodig. Voor het zicht wordt er tussen de 'hoofdtafel' en de
'schaduwtafel' een niet al te hoge scheidingswand geplaatst. De beide tafels staan alleen aan de linkerkant tegen de muur; aan de andere
kanten kan ik er direct bij.
De dubbelsporige hoofdbaan komt aan beide kanten op de schaduwrotonde uit, die (bij rechts treinverkeer) tegen de klok in bereden wordt. Het
schaduwstation bestaat uit acht sporen met een lengte van 133cm.
Vanaf de schaduwrotonde kan het (stads)station zowel aan de west- als de oostkant worden binnengereden. Ook is het mogelijk een extra rondje
over de rotonde te maken, zodat ik een tweetal korte treinen achter elkaar in het schaduwstation kan parkeren zonder dat de voorste trein
per se als eerste in het (stads)station hoeft aan te komen.
Bedankt voor het lezen!
Met vriendelijke groet,
- Wil