Re: De automatisering van de baan van Anne W, Wat, Waar en H
Geplaatst: 31 dec 2015 10:45
Magneetartikel decoders, hier is verschrikkelijk veel in te koop, ouderwetse, nieuwerwetse (OC32 bijvoorbeeld) en alles daar tussen in, de meeste tegenwoordig met een aparte ingang voor de “krachtstroom”.
Ook hier hangen er nog veel zelbouwdecoders van Edits onder de baan, al een jaar of 20 inmiddels en “still going strong”, maar op een gegeven moment was ik door de voorraad heen.
Omdat, in tegenstelling tot terugmeldeenheden, de Edits decoders te mixen zijn met andere merken, ben ik de Viessmann 5211 decoders gaan gebruiken.
Dat heeft maar één reden, zowel de Edits als wel de Viessmann decoders zijn qua adres instelbaar met schakelaars en dat vind ik wel zo prettig, geen kans dat ik per ongeluk op het programmeerknopje druk en geen kans dat het programmeer IC de geest geeft of zijn programma kwijt raakt.
Omdat mijn decoders toch aangestuurd worden met een aparte booster krijgen de decoders ook hun “krachtstroom” uit de digitale spanning.
Schakeldecoders, hiervan hangen er een paar van onder de baan, o.a. één om de eerder genoemde “verlaatledjes” aan te sturen, de andere toepassingen komen later aan bod.
Er zijn nog een paar Edits schakeldecoders en er zijn er een paar waarvan het relais kapot is gegaan doordat er over het schakelcontact de kortsluitstroom (10A, voordat ik het verdeelpaneel maakte) van de Edits booster heen ging en daar konden ze niet tegen, daarnaast zijn er nu Viessmann 5213 schakeldecoders in bedrijf.
Seindecoders, het gedeelte van de baan wat qua landschap af is, heeft Viessmann armseinen die met een magneetartikel decoder aangestuurd worden, het paradespoor heeft lichtseinen die in eerste instantie met de 5213 werden aangestuurd.
Een poosje geleden heb ik het paradespoor zgn. herhalings voorseinen gezet (voorseinen met een extra, permanent brandend lampje) en ik ben overgestapt op de DB lichtseindecoders van LDT.
De redenen hiervoor zijn:
Schakeldecoders voor lichtseinen met leds zijn zwaar “overdone”, de relais kunnen nominaal 4 A schakelen, en zijn dus te groot en met de lichtseindecoders kun je meer verschillende seinbeelden aansturen.
De lichtseindecoders hebben een mooie lichtwisseling, fade out - fade in.
Bij het gebruik van deze lichtseindecoders kwam een probleem naar boven met de naam “twee kapteins op een schip gaat niet”, de centrale heeft een programma en de decoder heeft een programma en zoals te verwachten interpreteert de decoder een bepaalde opdracht van de centrale anders als de centrale wil.
Het hoofdprobleem, een opdracht die voor de decoder een “ongeldige input” was, is door LDT opgelost, er is nu een programma in het “programmable IC” voor de decoder die dit niet meer zo interpreteert.
Een ander probleem ontstond door de mooie lichtwisseling, LDT is heel duidelijk, als je een opdracht aan de decoder gegeven hebt, dan mag je binnen 0,4 seconden geen andere opdracht geven, want de decoder is die tijd 100% doof.
Voor handbedrijf is dit niet erg, wij mensen zijn te langzaam met ons denk- en handelingsvermogen, maar een computer is heel veel sneller.
Na aan beide firma’s gevraagd te hebben of ze er wat aan wilden doen en een negatief antwoord te hebben gekregen, heb ik het anders opgelost, er zijn er met de Raptor twee:
Door de bekrachtigingstijd (standaard uitvoering) van het decodernummer in de Raptor te verlengen tot 0,4 seconden, gedurende die tijd worden er geen wissel- en schakelopdrachten gegeven.
Door een optie bedoeld voor oude decoders te gebruiken, naschakelpauze (70L-1.0), deze optie maakt het mogelijk dat een decoder zich weer oplaadt voordat hij een nieuwe schakeling gaat doen, ook deze zet ik voor het gewenste decodernummer op 0,4 seconde.
Verder is het een kwestie van slim indelen van de seinen, bijvoorbeeld combinaties maken van “automatische” seinen met “handmatige” seinen.
Ik heb nog naar andere “intelligente” lichtseindecoders gekeken, maar daarvan lopen de intelligenties van de decoder en de centrale te ver uit elkaar om tot een goede samenwerking te komen.
Ook de NS-lichtseindecoder van LDT is met de Raptor niet toepasbaar omdat beide firma’s een verschillende interpretatie hebben van het gele sein, de een stuurt dit sein aan met een decodernummer “groen” en de ander met een decodernummer “rood”.
Ik weet dat de OC32 heel goed bruikbaar is, maar door mijn prioriteit, de baan afbouwen, wil ik geen tijd steken in iets, voor mij, geheel nieuws, daarnaast neemt het aantal draden onder de baan toe, immers in plaats van 4 decoders centraal in de buurt van de te schakelen apparatuur, moet er minimaal 32 draden van een bepaald punt naar de te schakelen apparatuur, die dan wel eens verder weg hangt.
Dan hangt er bij de Viessmann overweg nog een relais van dezelfde firma onder, nodig om de overweg goed te bedienen bij dubbelspoor, de uitleg komt t.z.t.
De volgende keer gaan we echt richting automatiseren, maar dat begint ook met een paar basisprincipes die voor alle systemen gelden.
Groet, Anne W
Ook hier hangen er nog veel zelbouwdecoders van Edits onder de baan, al een jaar of 20 inmiddels en “still going strong”, maar op een gegeven moment was ik door de voorraad heen.
Omdat, in tegenstelling tot terugmeldeenheden, de Edits decoders te mixen zijn met andere merken, ben ik de Viessmann 5211 decoders gaan gebruiken.
Dat heeft maar één reden, zowel de Edits als wel de Viessmann decoders zijn qua adres instelbaar met schakelaars en dat vind ik wel zo prettig, geen kans dat ik per ongeluk op het programmeerknopje druk en geen kans dat het programmeer IC de geest geeft of zijn programma kwijt raakt.
Omdat mijn decoders toch aangestuurd worden met een aparte booster krijgen de decoders ook hun “krachtstroom” uit de digitale spanning.
Schakeldecoders, hiervan hangen er een paar van onder de baan, o.a. één om de eerder genoemde “verlaatledjes” aan te sturen, de andere toepassingen komen later aan bod.
Er zijn nog een paar Edits schakeldecoders en er zijn er een paar waarvan het relais kapot is gegaan doordat er over het schakelcontact de kortsluitstroom (10A, voordat ik het verdeelpaneel maakte) van de Edits booster heen ging en daar konden ze niet tegen, daarnaast zijn er nu Viessmann 5213 schakeldecoders in bedrijf.
Seindecoders, het gedeelte van de baan wat qua landschap af is, heeft Viessmann armseinen die met een magneetartikel decoder aangestuurd worden, het paradespoor heeft lichtseinen die in eerste instantie met de 5213 werden aangestuurd.
Een poosje geleden heb ik het paradespoor zgn. herhalings voorseinen gezet (voorseinen met een extra, permanent brandend lampje) en ik ben overgestapt op de DB lichtseindecoders van LDT.
De redenen hiervoor zijn:
Schakeldecoders voor lichtseinen met leds zijn zwaar “overdone”, de relais kunnen nominaal 4 A schakelen, en zijn dus te groot en met de lichtseindecoders kun je meer verschillende seinbeelden aansturen.
De lichtseindecoders hebben een mooie lichtwisseling, fade out - fade in.
Bij het gebruik van deze lichtseindecoders kwam een probleem naar boven met de naam “twee kapteins op een schip gaat niet”, de centrale heeft een programma en de decoder heeft een programma en zoals te verwachten interpreteert de decoder een bepaalde opdracht van de centrale anders als de centrale wil.
Het hoofdprobleem, een opdracht die voor de decoder een “ongeldige input” was, is door LDT opgelost, er is nu een programma in het “programmable IC” voor de decoder die dit niet meer zo interpreteert.
Een ander probleem ontstond door de mooie lichtwisseling, LDT is heel duidelijk, als je een opdracht aan de decoder gegeven hebt, dan mag je binnen 0,4 seconden geen andere opdracht geven, want de decoder is die tijd 100% doof.
Voor handbedrijf is dit niet erg, wij mensen zijn te langzaam met ons denk- en handelingsvermogen, maar een computer is heel veel sneller.
Na aan beide firma’s gevraagd te hebben of ze er wat aan wilden doen en een negatief antwoord te hebben gekregen, heb ik het anders opgelost, er zijn er met de Raptor twee:
Door de bekrachtigingstijd (standaard uitvoering) van het decodernummer in de Raptor te verlengen tot 0,4 seconden, gedurende die tijd worden er geen wissel- en schakelopdrachten gegeven.
Door een optie bedoeld voor oude decoders te gebruiken, naschakelpauze (70L-1.0), deze optie maakt het mogelijk dat een decoder zich weer oplaadt voordat hij een nieuwe schakeling gaat doen, ook deze zet ik voor het gewenste decodernummer op 0,4 seconde.
Verder is het een kwestie van slim indelen van de seinen, bijvoorbeeld combinaties maken van “automatische” seinen met “handmatige” seinen.
Ik heb nog naar andere “intelligente” lichtseindecoders gekeken, maar daarvan lopen de intelligenties van de decoder en de centrale te ver uit elkaar om tot een goede samenwerking te komen.
Ook de NS-lichtseindecoder van LDT is met de Raptor niet toepasbaar omdat beide firma’s een verschillende interpretatie hebben van het gele sein, de een stuurt dit sein aan met een decodernummer “groen” en de ander met een decodernummer “rood”.
Ik weet dat de OC32 heel goed bruikbaar is, maar door mijn prioriteit, de baan afbouwen, wil ik geen tijd steken in iets, voor mij, geheel nieuws, daarnaast neemt het aantal draden onder de baan toe, immers in plaats van 4 decoders centraal in de buurt van de te schakelen apparatuur, moet er minimaal 32 draden van een bepaald punt naar de te schakelen apparatuur, die dan wel eens verder weg hangt.
Dan hangt er bij de Viessmann overweg nog een relais van dezelfde firma onder, nodig om de overweg goed te bedienen bij dubbelspoor, de uitleg komt t.z.t.
De volgende keer gaan we echt richting automatiseren, maar dat begint ook met een paar basisprincipes die voor alle systemen gelden.
Groet, Anne W