Omdat dit onderwerp mij intrigeert, wil ik toch wel weten waar het probleem nu door veroorzaakt werd/wordt.
Misschien komen we er wel nooit achter, maar het zou ook wel interessant zijn te weten hoe een en ander met elkaar samenwerkt.
Daarom heb ik onderstaande redenering opgeschreven en ik hoop dat jullie mij hierop kunnen corrigeren indien ik dit niet juist beredeneerd heb.
Mijn beredenering:
Ik denk dat Wim hier bedoeld 2 onafhankelijke stroomcircuits een beetje vergelijkbaar met Galvanische scheiding.
Dus in dit verband heeft Wim gelijk dat dit geen invloed kan hebben op dit probleem.
Galvanische scheiding wordt vaak genoemd bij trafo's waarbij sprake is van een primair en secundair circuit.
Vaak bedoeld ook als veiligheid en te voorkomen dat als je contact hebt met het secundaire circuit er geen verbinding
mogelijk is met het vaak gevaarlijke primaire circuit. Het voorkomen van z.g. aardlussen.
De enige echte fysieke verbindingen zijn dan het PB-kabeltje (Digitaal Signaal) en
die gevallen van b.v. een treintje op de overgang van de 2 circuits (Digitale Rijspanning).
Een treintje op een overgang van 2 circuits blijft netjes doorrijden zonder haperingen met de juiste rijspanning en in dezelfde richting
omdat de digitale regeling en besturing via het kabeltje ervoor zorgt dat alles in sync blijft.
We gaan er dus even vanuit dat de 2 voedingen/boosters, onafhankelijk van elkaar, de rijspanning gelijk houden.
De rijspanning is dus een constante die overal gelijk is, verdeeld over 2 onafhankelijke circuits.
Dan moet er een treintje gaan rijden op zowel circuit 1 als 2. Zet je het treintje erop dan gebeurd er niets, terwijl er toch sprake is
van een digitale spanning.
Er dus meer nodig. Jawel een centrale die digitale signalen kan versturen naar het lokje/decoder zodat ie kan rijden.
Dus bij b.v. een digitale opdracht vanuit je centrale ; treintje 1 moet met een snelheid van 50 km/u vooruit rijden, wordt via het kabeltje aan beide voedingen/boosters doorgegeven via het kabeltje en op de digitale rijspanning gezet.
Dat moet zo omdat het 2 onafhankelijke digitale circuits zijn en het treintje op beide circuits moet gaan rijden..
In het geval van kortsluiting in een van de circuits zal afhankelijk van welk circuit, een van de voedingen/boosters dit signaleren op basis
van een overschrijding van een maximaal toelaatbare stroomsterkte en deze gebeurtenis omzetten in een digitale opdracht t.w. schakel de rijspanning uit en geeft die opdracht dan ook door aan alle andere gekoppelde voedingen/boosters, zodat deze ook uitgeschakeld worden.
M.i. heeft het dan dus ook niks meer met rijspanning, stromen, baanweerstanden te maken, maar eerder met verstoringen en/of niet doorkomen van de digitale signalen c.q. opdrachten. Een kortsluiting in circuit 2 is niet gelijk aan kortsluiting in circuit 1, zij zijn immers gescheiden.
Als er kortsluiting is wil je dat alle circuits worden uitgeschakeld om een puinhoop op de baan te voorkomen.
Dus de uitschakelopdracht wordt via het digitale circuit verstuurd om ervoor te zorgen dat alle soortgelijk gekoppelde voedingen/boosters ook
worden uitgeschakeld. (via het kabeltje)
Dus wat kan er nu de oorzaak van zijn dat soms wel en soms niet alle voedingen/boosters de rijspanning eraf gooien.
Dan ontstaan er vrij veel mogelijkheden;
De digitale opdracht wordt niet of niet goed verstuurd door de voeding/booster van het kortgesloten circuit. (software/firmware)
De kortsluiting wordt in z'n geheel niet opgemerkt door de booster van het kortgesloten circuit. (Defecte componenten/software/firmware)
De digitale opdracht wordt wel verstuurd maar niet of niet goed opgemerkt door de andere voeding/booster. (Defecte componenten/software/firmware)
Spreken de boosters wel exact dezelfde taal en zijn hun protocollen wel volgens exact dezelfde regels geïmplementeerd. (Versie/protocol verschillen)
Zijn er omgevingsfactoren die het digitale signaal verstoren.
etc. etc. etc.
Ik heb ook niet de kennis om op basis van de eerder geventileerde feiten aan te geven wat er fout is, maar ik ben wel benieuwd of mijn redenening
hier een juiste gedachtengang is. Of zit ik er helemaal naast.