[DATABASE] NS/NL Schuifwandwagens in N
Geplaatst: 14 dec 2018 07:35
Bij de NS zijn globaal gesproken drie typen Hbis en twee typen modernere Hab(b)i(lln)s in dienst geweest.
De eerste Hbis werd door Werkspoor vanaf 1963/1964 geleverd met Wagencode 1910 en kende twee varianten, met of zonder tussenwand. De wagens met tussenwand werden ondergebracht in een eerste serie welke aanvankelijk werd aangeduid als Hbis en later Hbis-w. Deze wagens werden in dienst genomen in de nummerserie NS 38000-38129, maar ten tijde van UIC-1 vernummerd tot 21 84 211 5 000-145 en bij UIC-s tot 01 84 225 0 000-145. De wagens zonder tussenwand, kwamen van 1965/1966 in dienst als Hbis-u in de nummerserie 21 84 6 000-393 en werden bij UIC-1 vernummerd tot 21 84 211 6 000-393 en bij UIC-2 tot 21 84 225 1 000-393. De wagens hadden een l.o.b van 14,02 meter met een radstand van 8,00 meter. Twee van de voor NS bestemde wagens werden door Werkspoor aan een Deense particuliere firma geleverd. Diverse wagens werden door NS verhuurd aan particuliere bedrijven zoals KNSM, Oranjeboom, Heineken e.d. waarbij ze geen aparte beschildering kregen. Alleen de wagens verhuurd aan "UTD" kregen een eigen beschildering. Drie wagens werden in 1986 afgestaan aan de PTT en voorzien van het opschrift PTT-Post ter vervanging van de speciale postwagens die vanwege een revisieprogramma niet beschikbaar waren. Later werden 16 wagens opgenomen in het dienstwagenpark van NS waarbij ze door de Hoofdwerkplaats Haarlem als konvooiwagen werden gebruikt. Minstens één van deze wagens werd hierbij voorzien van een aparte beschildering. De Hbis 1910 had oorspronkelijk dak ventilatoren, maar is ook zonder in gebruik geweest.
In de jaren 1970 ontstond de behoefte aan uibreiding van het wagenpark schuifwandwagens. Omdat Werkspoor was gesloten, werd een serie wagens met Wagencode 1920 besteld bij de Franse firma Societé Nouvelle des Ateliers de Vénissieux (SNAV) welke in 1971/1972 werden geleverd. De lengte van deze wagens werd 14,04meter (l.o.b.) met een radstand van 9 meter. In tegenstelling tot de vorige serie hadden deze wagens geen deurstijlen meer zodat er grotere laadopeningen ontstonden. De wagens kwamen in dienst als Hbiss in de serie 21 84 212 0 000-372. In 1977 werden ze vernummerd tot Hbis 21 84 216 4 000-372 en bij UIC-2 tot 1 84 225 2 001-372. Bij een revisie in 1984 bleken bij diverse wagens de daken doorgezakt en bleek de deurafdichting niet optimaal. Voor proef kregen twee wagens een deurstijl in het midden waarbij de deuren twee aan twee met elkaar werden verbonden. Deze wagens werden ondergebracht in de nummerserie 21 84 225 5 000-012. Ook van deze wagens zijn exemplaren met en zonder dak ventilatoren ingezet.
In 1973 werd opnieuw besloten ot uitbreiding van het schuifwandwagenpark en werd een ontwerp van Talbot gekozen. Deze wagens met de wagencode 1930 hadden steviger deuren met een betere afdichting. Ze werden in dienst genomen als Hbiss in de serie 21 84 216 8 000-267. In 1977 werden ze vernummerd tot Hbis 21 84 216 5 000-267 en bij UIC-2 weer tot Hbis 01 225 3 000-267. Een vervolgserie in 1974/1975 was niet meer geschikt voor snelheden tot 120 km/u, maar tot 100 km/u en kreeg als Wagencode 1940 direct de aanduiding Hbis. Een eerste serie werd genummerd in de serie 21 84 216 3 000-218en werd bij UIC-2 vernummerd tot 01 225 4 000-218. Een vervolgserie met dezelfde wagencode 1940, kwam in 1975 in dienst in de serie 21 84 216 3 219-424 en werd bij UIC-2 vernummerd tot 01 225 4 219-424. Opvallend is dat de tweede serie Wagencode 1940 wagens bij NS in dienst kwam met een groot NS embleem aan beide zijden over bijna geheel de twee midden deuren geschilderd. Ook van deze wagens zijn exemplaren met en zonder dak ventilatoren ingezet.
Tegen het einde van de goederendienst bij NS en de overgang naar NS-Cargo en later Railion DB-Cargo en private ondernemingen, werden er ook grootvolume schuifwandwagens in dienst genomen. Deze wagens kwamen aanvankelijk in dienst als Habis, maar kenden ook de aanduiding Hbbins en ten slotte Habbillns. De meeste wagens waren in dienst van AAE, VTG of Transwaggon. Qua nummering en dergelijke heb ik nog niet veel teruggevonden, maar wordt eventueel later toegevoegd. Details en nadere info zijn welkom. Het type is bekend met draaistellen (2x 2 assig) of zonder draaistellen (2-assig), ook info over eventuele Nederlandse typen is welkom.
De eerste Hbis werd door Werkspoor vanaf 1963/1964 geleverd met Wagencode 1910 en kende twee varianten, met of zonder tussenwand. De wagens met tussenwand werden ondergebracht in een eerste serie welke aanvankelijk werd aangeduid als Hbis en later Hbis-w. Deze wagens werden in dienst genomen in de nummerserie NS 38000-38129, maar ten tijde van UIC-1 vernummerd tot 21 84 211 5 000-145 en bij UIC-s tot 01 84 225 0 000-145. De wagens zonder tussenwand, kwamen van 1965/1966 in dienst als Hbis-u in de nummerserie 21 84 6 000-393 en werden bij UIC-1 vernummerd tot 21 84 211 6 000-393 en bij UIC-2 tot 21 84 225 1 000-393. De wagens hadden een l.o.b van 14,02 meter met een radstand van 8,00 meter. Twee van de voor NS bestemde wagens werden door Werkspoor aan een Deense particuliere firma geleverd. Diverse wagens werden door NS verhuurd aan particuliere bedrijven zoals KNSM, Oranjeboom, Heineken e.d. waarbij ze geen aparte beschildering kregen. Alleen de wagens verhuurd aan "UTD" kregen een eigen beschildering. Drie wagens werden in 1986 afgestaan aan de PTT en voorzien van het opschrift PTT-Post ter vervanging van de speciale postwagens die vanwege een revisieprogramma niet beschikbaar waren. Later werden 16 wagens opgenomen in het dienstwagenpark van NS waarbij ze door de Hoofdwerkplaats Haarlem als konvooiwagen werden gebruikt. Minstens één van deze wagens werd hierbij voorzien van een aparte beschildering. De Hbis 1910 had oorspronkelijk dak ventilatoren, maar is ook zonder in gebruik geweest.
In de jaren 1970 ontstond de behoefte aan uibreiding van het wagenpark schuifwandwagens. Omdat Werkspoor was gesloten, werd een serie wagens met Wagencode 1920 besteld bij de Franse firma Societé Nouvelle des Ateliers de Vénissieux (SNAV) welke in 1971/1972 werden geleverd. De lengte van deze wagens werd 14,04meter (l.o.b.) met een radstand van 9 meter. In tegenstelling tot de vorige serie hadden deze wagens geen deurstijlen meer zodat er grotere laadopeningen ontstonden. De wagens kwamen in dienst als Hbiss in de serie 21 84 212 0 000-372. In 1977 werden ze vernummerd tot Hbis 21 84 216 4 000-372 en bij UIC-2 tot 1 84 225 2 001-372. Bij een revisie in 1984 bleken bij diverse wagens de daken doorgezakt en bleek de deurafdichting niet optimaal. Voor proef kregen twee wagens een deurstijl in het midden waarbij de deuren twee aan twee met elkaar werden verbonden. Deze wagens werden ondergebracht in de nummerserie 21 84 225 5 000-012. Ook van deze wagens zijn exemplaren met en zonder dak ventilatoren ingezet.
In 1973 werd opnieuw besloten ot uitbreiding van het schuifwandwagenpark en werd een ontwerp van Talbot gekozen. Deze wagens met de wagencode 1930 hadden steviger deuren met een betere afdichting. Ze werden in dienst genomen als Hbiss in de serie 21 84 216 8 000-267. In 1977 werden ze vernummerd tot Hbis 21 84 216 5 000-267 en bij UIC-2 weer tot Hbis 01 225 3 000-267. Een vervolgserie in 1974/1975 was niet meer geschikt voor snelheden tot 120 km/u, maar tot 100 km/u en kreeg als Wagencode 1940 direct de aanduiding Hbis. Een eerste serie werd genummerd in de serie 21 84 216 3 000-218en werd bij UIC-2 vernummerd tot 01 225 4 000-218. Een vervolgserie met dezelfde wagencode 1940, kwam in 1975 in dienst in de serie 21 84 216 3 219-424 en werd bij UIC-2 vernummerd tot 01 225 4 219-424. Opvallend is dat de tweede serie Wagencode 1940 wagens bij NS in dienst kwam met een groot NS embleem aan beide zijden over bijna geheel de twee midden deuren geschilderd. Ook van deze wagens zijn exemplaren met en zonder dak ventilatoren ingezet.
Tegen het einde van de goederendienst bij NS en de overgang naar NS-Cargo en later Railion DB-Cargo en private ondernemingen, werden er ook grootvolume schuifwandwagens in dienst genomen. Deze wagens kwamen aanvankelijk in dienst als Habis, maar kenden ook de aanduiding Hbbins en ten slotte Habbillns. De meeste wagens waren in dienst van AAE, VTG of Transwaggon. Qua nummering en dergelijke heb ik nog niet veel teruggevonden, maar wordt eventueel later toegevoegd. Details en nadere info zijn welkom. Het type is bekend met draaistellen (2x 2 assig) of zonder draaistellen (2-assig), ook info over eventuele Nederlandse typen is welkom.