Minitrix 12354 Br54.15 DB
Geplaatst: 28 feb 2024 15:35
Historie/achtergrond
De stoomlocomotieven van de serie G 3/4 H van de Beierse deelstaatspoorwegen werden tussen 1919 en 1923 gebouwd. Ten opzichte van de voorgaande bouwserie G 3/4 N was de toevoeging van een oververhitter, een grotere en hogere ketel en de opnieuw geïntroduceerde Adams-as in plaats van het soepelere Krauss-Helmholtz-frame opvallend. Dankzij de nieuwe ketel en het grotere roosteroppervlak was deze nieuwe locomotief veel krachtiger en zuiniger. Alle 225 gebouwde exemplaren werden door het Beierse bestuur van de Deutsche Reichsbahn met Beierse nummers in gebruik genomen. In de laatste fase van de ontwikkeling van stoomlocomotieven in Beieren werd de locomotiefvloot gemoderniseerd met de nadruk op prestatie en zuinigheid. Bijzonder beproefde locomotieftypen werden na de standaardisering van locomotieven in 1921 nog steeds herbouwd, waaronder de serie G 3/4 H. Deze variant van de Beierse locomotief werd pas laat buiten dienst gesteld omdat er geen andere locomotieven voor het lichte goederentreinenverkeer beschikbaar waren. De eerste locomotieven hadden de stoomdom en de zandcontainer onder een gemeenschappelijk vierkante bekleding bovenop de ketel. Vanaf bedrijfsnummer 7166 (DR 54 1656) werden de stoomdom en de zandcontainer gescheiden en onder een ronde bekleding opgesteld. Tegelijkertijd werd ook de ketelmassa vergroot, waardoor het risico op doorslippen werd verkleind. De locomotieven kregen later pas de nummers 54 1501–1725 volgens het tweede nummerplan van de Reichsbahn. Na de elektrificatie verhuisde een deel van de locomotieven naar de Noord-Duitse spoorwegdepots. Het merendeel van de locomotieven overleefde de Tweede Wereldoorlog en kwamen, op enkele uitzonderingen na, terecht bij de Deutsche Bundesbahn. De laatste locomotief (met nummer 54 1632) werd pas in 1966 in Neurenberg buiten dienst gesteld.
In het Merkbuch für die Fahrzeuge der Reichsbahn uitgave 1953 (https://www.lokmalanders.de/media/4a003 ... fffff2.pdf) staat op bladzijde 182 een tabel met km/std, Wagengewicht in t en Steigung. Er is alleen een tabel voor Güterzug. Hieruit kunnen we halen dat de locomotief de volgende treinmassa moet kunnen trekken;
In het vlakke land 840t met 65km/u
op een 5‰ helling 340t met 65km/u
op een 10‰ helling 340t met 45km/u
op een 20‰ helling 205t met 35km/u
op een 25‰ helling 150t met 35km/u
Aan de hand van bovenstaande tabel beoordeel ik de locomotief.
Het model
Ik heb het model nieuw gekocht op 12-01-2013. Sindsdien is de locomotief opgeborgen geweest. Het model wordt geleverd in de bekende plastic doos. In de doos een standaard inleg van normaal papier, alleen men had gemeend daar een soort van afscheurlijn te gebruiken om het papier te vouwen. En nu ik de locomotief inclusief de plastic houder een paar keer uit de doos heb gehaald scheurt het ene na het andere deel precies op deze lijn af. Jammer. Want de rest is zo goed. Er zit een garantiebewijs bij in acht talen waaronder Nederlands. Bij mij was deze afgestempeld met datum. De handleiding is dit keer een boekje met op de voorkant een foto van het model, type van het model, het bestelnummer en uiteraard Trix met daaronder Minitrix. Het is in vier talen, Duits, Engels, Frans en Nederlands. Er is informatie over het voorbeeld, netjes. Verderop "Veiligheidsvoorschriften en Functies". Daar dan weer wel een eigenaardige opmerking met dat de gebruikte aansluitkabel niet langer dan twee meter mag zijn. Hoebedoelu?
Wel een zinvolle opmerking is dat het model niet bloot gesteld mag worden aan directe zonnestraling. Het mag dus op je modelbaan nooit mooi weer zijn. Maar het is waar dat plastics in rap tempo degraderen en bros worden als dat langdurig aan de zon is blootgesteld. Er valt ook te lezen dat de maxima (alleen dat wordt niet geschreven) 14 Volt gelijkspanning is en digitaal 22 Volt. Het laatste is volgens mij sterk afhankelijk van de fabrikant van de decoder. In analoog bedrijf met 12 Volt railspanning rijd de locomotief de snelheid die in overeenstemming is met NEM 661. Daarin staat zoveel te lezen als dat voor schaal N de schaal snelheid 60% hoger mag zijn vanwege de indruk van een te lage snelheid. Alleen daar ben ik het niet mee eens. Wat ze vergeten is dat een stoomlocomotief aandrijfstangen heeft die dan niet volgens de snelheid van het voorbeeld bewegen, maar heel veel sneller. Tja, je kan niet alles hebben. Er is een stekkerverbinding volgens NEM 651 aanwezig.
Het vervolg in het boekje zijn vijf pagina's tekeningen, waar je moet smeren, hoe de tenderwielen schoon te maken, hoe de tender te openen, hoe de motor kan worden gewisseld, hoe de locomotief zelf in elkaar zit en hoe de tender in elkaar zit met daarbij een rubberbandje. En dan weer een opmerking in alleen het Duits dat de tekeningen kunnen afwijken van het model, ehh, dit was toch een handleiding specifiek voor bestelnummer 12354, wat een model is van de Br 54.15? De laatste bladzijde bevat een lijst met bestelnummers, even gecontroleerd. De vaak gebruikte componenten zijn nog leverbaar, denk aan koppelingen, schroefjes, rubberen bandjes, buffers en stroomcontacten. De rest is vette pech. Maar verder een nette handleiding, ik heb het al eens slechter gezien. Op de onderzijde van de standaard inleg staan weer de maximale spanningen, althans dat maak ik er van. Verder dat het een model is voor volwassenen van 15 jaar of ouder en weer die stompzinnige opmerking dat je de verpakking moet bewaren. Locomotief mag je weggooien, maar niet de verpakking. De locomotief ligt in een plastic houder. Er is een vrij groot velletje plastic meegeleverd waarin je het model moet wikkelen en dan pas in de houder moet doen.
Het model van de Br 54.15. Op de foto is zichtbaar het nummer 54 1547, de overige aanduidingen zijn scherp, maar zijn soms onvolledig of lopen vol omdat de teksten enorm klein zijn. Omdat je het NIET kunt lezen, al helemaal niet als het op de modelbaan staat, kun je dit model ook straffeloos in de DRG tijd gebruiken, dat er ergens zeer pietepeuterig 1953 staat is alleen leesbaar voor de Preisertjes. Wat je nog zou kunnen doen is heel voorzichtig de teksten het DRG kleurtje geven. Klaar.
Het model ziet er erg goed uit, je kunt eigenlijk niet zien dat het model al 10 jaar oud is. Met een vergrootglas is een gietlijntje zichtbaar. Alle opschriften zijn leesbaar, al moet je voor de meeste opschriften een vergrootglas erbij halen, maar dan nog zijn veel teksten moeizaam leesbaar. Dit komt door twee redenen, de eerste is dat de teksten enorm klein zijn en sommige teksten zijn gedrukt op een klinknagel oid en dan valt er wat weg. Ik heb vrij veel foto's kunnen downloaden, alleen niet van dit model, wel van dezelfde bouwserie. De kap van de locomotief is rijk gedetailleerd, daarbij heeft Minitrix goed gekeken naar hoe iemand de locomotief vastpakt. De leidingen die dan het grootste risico vormden zijn meegegoten, de meer bovenop de ketel liggende leiding is los aangebracht. En zo zijn er veel kleine details zoals de handgrepen en rangeerstepjes aan de voorzijde. Je kunt onder de ketel doorkijken en daarmee is direct duidelijk dat de motor in de tender ligt. De wielen laten een verfijnd beeld achter met realistisch ogende stangen. Er zijn ook beperkingen, het voorste loopwiel is wel een spaakwiel, maar niet door en door. Aan dit soort details kun je zien dat het een wat oudere productietechniek is, tegenwoordig zijn dit soort wielen gewoon open. Al met al laat dit model zien dat de detaillering van een model op zeer hoog niveau staat en kan wedijveren met wat voorheen gangbaar was voor H0.
Bij het nameten van de wiel diameters blijkt dat de grootste afwijking bij het loopwiel is met 11,4%. Dat lijkt veel, maar je moet wel bedenken dat het een klein wiel is en dat zelfs kleine afwijkingen dan getalsmatig groot uitpakken. Ik denk dat een kleiner loopwiel maken twee problemen gaf. De eerste is dat het mogelijk toen nog niet te fabriceren was en als tweede, het moet natuurlijk nog wel goed gaan als dit door wissels e.d. heen gaat. Je hebt dan een zekere maat nodig. De aandrijfwielen wijken +0,15% af en de tenderwielen -1,28%, maar die zie je haast niet. Daaraan kun je afleiden dat Minitrix zijn best heeft gedaan om het zo goed mogelijk te doen. De totale lengte wijkt ruim +3% af.
Mijn kritiek ligt bij de stroomopname van de locomotief. Alle wielen van de locomotief zelf zijn voorzien van stroomafnemers, inclusief de loopwielen. De wielen zijn echter gebruneerd, zijn zwart gemaakt. Dit heeft tot gevolg dat met een flinke spanning de locomotief goed rijd, maar zodra de snelheid zakt tot iets meer dan 5km/u, krijg je te maken met dat de locomotief soms stil staat op plaatsen waar niets met de rails aan de hand is, als je dan naast de locomotief op de tafel tikt gaat deze weer verder. Het controleren op vuil moet gebeuren met een loep met verlichting omdat je anders het vuil niet eens ziet. Bij mij was het tweede aandrijfwiel van de locomotief dus vuil, na schoonmaken opnieuw een testrun, paar rondjes gaat goed en dan weer hetzelfde liedje. Zet je er wat meer spanning op dan rijd de trein natuurlijk harder, maar heeft dan ook geen storingen met spontane stilstand door gebrek aan stroom.
De testrun
Het model met bestelnummer 12354 weegt gemeten 60 gram. De locomotief heb ik bij aankoop direct laten omzetten naar digitaal met een D&H DH10B-1 decoder. De analoge test is dus eigenlijk een test van deze decoder op analoog bedrijf en niet het analoge bedrijf van de locomotief zelf zoals geleverd door Minitrix. Verder bleek tijdens het testen dat de rubber bandjes hun langste tijd hadden gehad, deze zijn voor het testen vervangen door nieuwe. Je hebt er vier nodig.
De locomotief is beproefd op mijn stokoude testbaan en op mijn trekkracht testbaan. De stokoude testbaan heeft allerlei rariteiten, er zit een boog in met een radius <R1(182), R1(194,6) en R2. Verder twee meegebogen wissels R1/R2 met de scherpe kanten tegen elkaar. Bogen die direct aansluiten op een Engels wissel. Allemaal ingrediënten waarop een locomotief of wagon soms de mist in kan gaan. Deze locomotief rijd overal doorheen zonder enig probleem.
Op de trekkracht testbaan is er getest op analoog en op digitaal bedrijf. Analoog wordt geleverd door de Fleischmann 6720 regelaar met een veel te grote stekkertrafo. Parallel aan de aansluiting van de rails is een DMM verbonden om de spanning af te lezen. Digitaal wordt geleverd door een Intellibox Basic met daarachter een DSR van AMW. Als monitor wordt een AMW meetsysteem gebruikt met een uitlezing in Volt en Ampère. De locomotief mocht eerst wat rondjes alleen rijden. Daarna werd er een testsleep aan de haak gehangen. De tijd werd genoteerd en met een programma worden dan de snelheden uitgerekend. De stijging en daling op de trekkracht testbaan loopt van 0,1% (1‰) tot en met 1,4% (14‰), gecontroleerd met een digitale hoekmeter.
De trekkracht testbaan zoals deze er nu uitziet na levering van het nodige railmateriaal op de afgelopen beurs in Houten. Door de opstelsporen heb ik minder werk als ik de locomotief alleen wil laten rondrijden t.o.v. de vorige testbaan, zie een voorgaande recensie. De wagons worden op de opstelsporen geparkeerd en al naar gelang de test resultaten worden er dan 5 of 10 wagons aangehaakt of als dat te veel was afgehaakt. Ook heb ik een opzethulp gekocht, scheelt veel, want om de een of andere reden gaat het op de rails zetten van locomotieven, rijtuigen of wagons een stuk moeilijker dan dito op Fleischmann, Roco, Minitrix of Peco rails. Kan er even de vinger niet op leggen. Dit is overigens nog niet het eind stadium van de testbaan, een deel van mijn bestelling is nog niet uitgeleverd. Kato rails heeft op de aansluiting veel bewegingsvrijheid, daarom heb ik in het oranje maten opgenomen voor het leggen op de aangepaste behangtafel. De testbaan is namelijk geen permanente opstelling, maar een die elke keer wordt opgebouwd.
Die sleep wagons bestaat uit door mij afgekeurde wagons. Ik wil een periode II baan bouwen en daar horen dan geen wagons uit periode III of nog later op rond te rijden. Ook zijn er wagons van de verkeerde maatschappij die nog niet bestond in periode II. De wagons in kwestie zijn over het algemeen Roco wagons die destijds goedkoop in de aanschaf waren. Als je begint moet je wat, vandaar. Dus deze afgekeurde wagons kunnen mooi dienst doen als testsleep. Als je precies wil weten welke wagons dat zijn, in dit draadje https://www.n-spoorforum.nl/viewtopic.p ... 07#p275807 kun je dat zien.
Analoog
Geen woord in de handleiding van D&H over wat het maximum in analoog bedrijf is. De Fleischmann 6720 op maximum spanning van 15,12Volt ingesteld. De locomotief gaat met deze instelling omgerekend 358,15km/u als een TGV over de baan, veel te hard. Met een sleep van 35 wagons (equivalent van 1050t) haalt de trein 167,15km/u, dat is heel veel harder dan in het echt (4‰ 1060t 30km/u). De regelaar teruggebracht naar ongeveer 8,3Volt. Met een sleep van 35 wagons rijd de trein dan gemiddeld 95,25km/u. Nog steeds te hard. Te oordelen aan het af en toe doorslippen van de wielen van de tender is 35 wagons te veel. Wel is duidelijk dat ook bij D&H analoog ingebouwd is als service en het gaat helaas vrij abrupt waardoor aankoppelen meer iets van gokken weg heeft.
Digitaal
De DSR stond op de afregeling van 13,7Volt. Intellibox Basic op stap 28(maximum) geeft een gemiddelde snelheid van 175,73km/u, dat is bijna drie keer zo hard als in het echt. Met een sleep van 35 wagons (equivalent van 1050t) zakt de snelheid in tot gemiddeld 136,87km/u, dat is een heel veel hogere snelheid dan gevonden in de tabel. De minimale snelheid met een sleep van 25 wagons (equivalent 750t) en de Intellibox Basic op stap 5 is ongeveer 8,75km/u. De Intellibox Basic stap 10 gaf in de test een meer betrouwbare treinenloop met gemiddeld 25,13km/u door bovenstaande problemen met de wielen. De locomotief alleen kon met de Intellibox Basic op stap 1(minimum) een snelheid neerzetten van ongeveer 1,9km/u, maar de baan moet daarbij brandschoon zijn.
Het rapportcijfer
In het verleden zijn er al testen geweest waarbij rapportcijfers werden gegeven. Kort geleden heb ik een verhaal geschreven over hoe dat rapportcijfer tot stand komt. Je kunt het hier nalezen (https://www.n-spoorforum.nl/viewtopic.p ... 02#p277102). Met de opstelling kom ik tot het volgende;
Details 10,00
Bouwkwaliteit 9,00
Bedrukking 8,00
Loopeigenschappen 6,50
Bochtengedrag 10,00
Snelheid 10,00
Trekkracht analoog 5,00
Trekkracht digitaal 5,00
Totaal indruk 9,07 > 9,1
Door de manier van noteren in een rekenprogramma wordt enige subjectiviteit onderdrukt omdat genoemde onderdelen bestaan uit meerdere meetpunten.
Er zijn wat zaken die een verklaring behoeven. Details 10,00 omdat ik geen fouten heb kunnen vinden. Bouwkwaliteit een 9,00 omdat de lengte met meer dan 3% werd overschreden en het loopwiel veel te groot was met een afwijking van +11,4%. Bedrukking een 8,00. Bijna alles is leesbaar, maar bij de hele kleine teksten slechts delen omdat je weet wat er moet staan en delen die wegvielen omdat ze gedrukt werden op een klinknagel o.i.d. De loopeigenschappen zijn gewaardeerd met een 6,50 omdat de tender bij bepaalde snelheden zichtbaar licht waggelt, het voorste loopwiel de neiging heeft om stil te staan en dus voortgesleept wordt en de stroomopname loopt via gebruneerde wielen waardoor slecht contact met de rails. Bochtengedrag een 10,00 omdat alle rariteiten zonder problemen werden doorlopen. Snelheid een 10,00, locomotief gaat erg veel harder, maar dat is prima te temperen met de spanningsregelaar. Het rapportcijfer voor trekkracht bestaat uit een analoog deel en een digitaal deel en wordt gezien als één onderdeel, dit onderdeel is opgeteld een 10,00 omdat de locomotief precies de treingewichten kan trekken zoals gevonden in het Merkbuch zonder het doorslippen van de tender wielen. De totale waardering en daarmee het rapportcijfer komt uit op een 9,1. Een mooie score.
De stoomlocomotieven van de serie G 3/4 H van de Beierse deelstaatspoorwegen werden tussen 1919 en 1923 gebouwd. Ten opzichte van de voorgaande bouwserie G 3/4 N was de toevoeging van een oververhitter, een grotere en hogere ketel en de opnieuw geïntroduceerde Adams-as in plaats van het soepelere Krauss-Helmholtz-frame opvallend. Dankzij de nieuwe ketel en het grotere roosteroppervlak was deze nieuwe locomotief veel krachtiger en zuiniger. Alle 225 gebouwde exemplaren werden door het Beierse bestuur van de Deutsche Reichsbahn met Beierse nummers in gebruik genomen. In de laatste fase van de ontwikkeling van stoomlocomotieven in Beieren werd de locomotiefvloot gemoderniseerd met de nadruk op prestatie en zuinigheid. Bijzonder beproefde locomotieftypen werden na de standaardisering van locomotieven in 1921 nog steeds herbouwd, waaronder de serie G 3/4 H. Deze variant van de Beierse locomotief werd pas laat buiten dienst gesteld omdat er geen andere locomotieven voor het lichte goederentreinenverkeer beschikbaar waren. De eerste locomotieven hadden de stoomdom en de zandcontainer onder een gemeenschappelijk vierkante bekleding bovenop de ketel. Vanaf bedrijfsnummer 7166 (DR 54 1656) werden de stoomdom en de zandcontainer gescheiden en onder een ronde bekleding opgesteld. Tegelijkertijd werd ook de ketelmassa vergroot, waardoor het risico op doorslippen werd verkleind. De locomotieven kregen later pas de nummers 54 1501–1725 volgens het tweede nummerplan van de Reichsbahn. Na de elektrificatie verhuisde een deel van de locomotieven naar de Noord-Duitse spoorwegdepots. Het merendeel van de locomotieven overleefde de Tweede Wereldoorlog en kwamen, op enkele uitzonderingen na, terecht bij de Deutsche Bundesbahn. De laatste locomotief (met nummer 54 1632) werd pas in 1966 in Neurenberg buiten dienst gesteld.
In het Merkbuch für die Fahrzeuge der Reichsbahn uitgave 1953 (https://www.lokmalanders.de/media/4a003 ... fffff2.pdf) staat op bladzijde 182 een tabel met km/std, Wagengewicht in t en Steigung. Er is alleen een tabel voor Güterzug. Hieruit kunnen we halen dat de locomotief de volgende treinmassa moet kunnen trekken;
In het vlakke land 840t met 65km/u
op een 5‰ helling 340t met 65km/u
op een 10‰ helling 340t met 45km/u
op een 20‰ helling 205t met 35km/u
op een 25‰ helling 150t met 35km/u
Aan de hand van bovenstaande tabel beoordeel ik de locomotief.
Het model
Ik heb het model nieuw gekocht op 12-01-2013. Sindsdien is de locomotief opgeborgen geweest. Het model wordt geleverd in de bekende plastic doos. In de doos een standaard inleg van normaal papier, alleen men had gemeend daar een soort van afscheurlijn te gebruiken om het papier te vouwen. En nu ik de locomotief inclusief de plastic houder een paar keer uit de doos heb gehaald scheurt het ene na het andere deel precies op deze lijn af. Jammer. Want de rest is zo goed. Er zit een garantiebewijs bij in acht talen waaronder Nederlands. Bij mij was deze afgestempeld met datum. De handleiding is dit keer een boekje met op de voorkant een foto van het model, type van het model, het bestelnummer en uiteraard Trix met daaronder Minitrix. Het is in vier talen, Duits, Engels, Frans en Nederlands. Er is informatie over het voorbeeld, netjes. Verderop "Veiligheidsvoorschriften en Functies". Daar dan weer wel een eigenaardige opmerking met dat de gebruikte aansluitkabel niet langer dan twee meter mag zijn. Hoebedoelu?
Wel een zinvolle opmerking is dat het model niet bloot gesteld mag worden aan directe zonnestraling. Het mag dus op je modelbaan nooit mooi weer zijn. Maar het is waar dat plastics in rap tempo degraderen en bros worden als dat langdurig aan de zon is blootgesteld. Er valt ook te lezen dat de maxima (alleen dat wordt niet geschreven) 14 Volt gelijkspanning is en digitaal 22 Volt. Het laatste is volgens mij sterk afhankelijk van de fabrikant van de decoder. In analoog bedrijf met 12 Volt railspanning rijd de locomotief de snelheid die in overeenstemming is met NEM 661. Daarin staat zoveel te lezen als dat voor schaal N de schaal snelheid 60% hoger mag zijn vanwege de indruk van een te lage snelheid. Alleen daar ben ik het niet mee eens. Wat ze vergeten is dat een stoomlocomotief aandrijfstangen heeft die dan niet volgens de snelheid van het voorbeeld bewegen, maar heel veel sneller. Tja, je kan niet alles hebben. Er is een stekkerverbinding volgens NEM 651 aanwezig.
Het vervolg in het boekje zijn vijf pagina's tekeningen, waar je moet smeren, hoe de tenderwielen schoon te maken, hoe de tender te openen, hoe de motor kan worden gewisseld, hoe de locomotief zelf in elkaar zit en hoe de tender in elkaar zit met daarbij een rubberbandje. En dan weer een opmerking in alleen het Duits dat de tekeningen kunnen afwijken van het model, ehh, dit was toch een handleiding specifiek voor bestelnummer 12354, wat een model is van de Br 54.15? De laatste bladzijde bevat een lijst met bestelnummers, even gecontroleerd. De vaak gebruikte componenten zijn nog leverbaar, denk aan koppelingen, schroefjes, rubberen bandjes, buffers en stroomcontacten. De rest is vette pech. Maar verder een nette handleiding, ik heb het al eens slechter gezien. Op de onderzijde van de standaard inleg staan weer de maximale spanningen, althans dat maak ik er van. Verder dat het een model is voor volwassenen van 15 jaar of ouder en weer die stompzinnige opmerking dat je de verpakking moet bewaren. Locomotief mag je weggooien, maar niet de verpakking. De locomotief ligt in een plastic houder. Er is een vrij groot velletje plastic meegeleverd waarin je het model moet wikkelen en dan pas in de houder moet doen.
Het model van de Br 54.15. Op de foto is zichtbaar het nummer 54 1547, de overige aanduidingen zijn scherp, maar zijn soms onvolledig of lopen vol omdat de teksten enorm klein zijn. Omdat je het NIET kunt lezen, al helemaal niet als het op de modelbaan staat, kun je dit model ook straffeloos in de DRG tijd gebruiken, dat er ergens zeer pietepeuterig 1953 staat is alleen leesbaar voor de Preisertjes. Wat je nog zou kunnen doen is heel voorzichtig de teksten het DRG kleurtje geven. Klaar.
Het model ziet er erg goed uit, je kunt eigenlijk niet zien dat het model al 10 jaar oud is. Met een vergrootglas is een gietlijntje zichtbaar. Alle opschriften zijn leesbaar, al moet je voor de meeste opschriften een vergrootglas erbij halen, maar dan nog zijn veel teksten moeizaam leesbaar. Dit komt door twee redenen, de eerste is dat de teksten enorm klein zijn en sommige teksten zijn gedrukt op een klinknagel oid en dan valt er wat weg. Ik heb vrij veel foto's kunnen downloaden, alleen niet van dit model, wel van dezelfde bouwserie. De kap van de locomotief is rijk gedetailleerd, daarbij heeft Minitrix goed gekeken naar hoe iemand de locomotief vastpakt. De leidingen die dan het grootste risico vormden zijn meegegoten, de meer bovenop de ketel liggende leiding is los aangebracht. En zo zijn er veel kleine details zoals de handgrepen en rangeerstepjes aan de voorzijde. Je kunt onder de ketel doorkijken en daarmee is direct duidelijk dat de motor in de tender ligt. De wielen laten een verfijnd beeld achter met realistisch ogende stangen. Er zijn ook beperkingen, het voorste loopwiel is wel een spaakwiel, maar niet door en door. Aan dit soort details kun je zien dat het een wat oudere productietechniek is, tegenwoordig zijn dit soort wielen gewoon open. Al met al laat dit model zien dat de detaillering van een model op zeer hoog niveau staat en kan wedijveren met wat voorheen gangbaar was voor H0.
Bij het nameten van de wiel diameters blijkt dat de grootste afwijking bij het loopwiel is met 11,4%. Dat lijkt veel, maar je moet wel bedenken dat het een klein wiel is en dat zelfs kleine afwijkingen dan getalsmatig groot uitpakken. Ik denk dat een kleiner loopwiel maken twee problemen gaf. De eerste is dat het mogelijk toen nog niet te fabriceren was en als tweede, het moet natuurlijk nog wel goed gaan als dit door wissels e.d. heen gaat. Je hebt dan een zekere maat nodig. De aandrijfwielen wijken +0,15% af en de tenderwielen -1,28%, maar die zie je haast niet. Daaraan kun je afleiden dat Minitrix zijn best heeft gedaan om het zo goed mogelijk te doen. De totale lengte wijkt ruim +3% af.
Mijn kritiek ligt bij de stroomopname van de locomotief. Alle wielen van de locomotief zelf zijn voorzien van stroomafnemers, inclusief de loopwielen. De wielen zijn echter gebruneerd, zijn zwart gemaakt. Dit heeft tot gevolg dat met een flinke spanning de locomotief goed rijd, maar zodra de snelheid zakt tot iets meer dan 5km/u, krijg je te maken met dat de locomotief soms stil staat op plaatsen waar niets met de rails aan de hand is, als je dan naast de locomotief op de tafel tikt gaat deze weer verder. Het controleren op vuil moet gebeuren met een loep met verlichting omdat je anders het vuil niet eens ziet. Bij mij was het tweede aandrijfwiel van de locomotief dus vuil, na schoonmaken opnieuw een testrun, paar rondjes gaat goed en dan weer hetzelfde liedje. Zet je er wat meer spanning op dan rijd de trein natuurlijk harder, maar heeft dan ook geen storingen met spontane stilstand door gebrek aan stroom.
De testrun
Het model met bestelnummer 12354 weegt gemeten 60 gram. De locomotief heb ik bij aankoop direct laten omzetten naar digitaal met een D&H DH10B-1 decoder. De analoge test is dus eigenlijk een test van deze decoder op analoog bedrijf en niet het analoge bedrijf van de locomotief zelf zoals geleverd door Minitrix. Verder bleek tijdens het testen dat de rubber bandjes hun langste tijd hadden gehad, deze zijn voor het testen vervangen door nieuwe. Je hebt er vier nodig.
De locomotief is beproefd op mijn stokoude testbaan en op mijn trekkracht testbaan. De stokoude testbaan heeft allerlei rariteiten, er zit een boog in met een radius <R1(182), R1(194,6) en R2. Verder twee meegebogen wissels R1/R2 met de scherpe kanten tegen elkaar. Bogen die direct aansluiten op een Engels wissel. Allemaal ingrediënten waarop een locomotief of wagon soms de mist in kan gaan. Deze locomotief rijd overal doorheen zonder enig probleem.
Op de trekkracht testbaan is er getest op analoog en op digitaal bedrijf. Analoog wordt geleverd door de Fleischmann 6720 regelaar met een veel te grote stekkertrafo. Parallel aan de aansluiting van de rails is een DMM verbonden om de spanning af te lezen. Digitaal wordt geleverd door een Intellibox Basic met daarachter een DSR van AMW. Als monitor wordt een AMW meetsysteem gebruikt met een uitlezing in Volt en Ampère. De locomotief mocht eerst wat rondjes alleen rijden. Daarna werd er een testsleep aan de haak gehangen. De tijd werd genoteerd en met een programma worden dan de snelheden uitgerekend. De stijging en daling op de trekkracht testbaan loopt van 0,1% (1‰) tot en met 1,4% (14‰), gecontroleerd met een digitale hoekmeter.
De trekkracht testbaan zoals deze er nu uitziet na levering van het nodige railmateriaal op de afgelopen beurs in Houten. Door de opstelsporen heb ik minder werk als ik de locomotief alleen wil laten rondrijden t.o.v. de vorige testbaan, zie een voorgaande recensie. De wagons worden op de opstelsporen geparkeerd en al naar gelang de test resultaten worden er dan 5 of 10 wagons aangehaakt of als dat te veel was afgehaakt. Ook heb ik een opzethulp gekocht, scheelt veel, want om de een of andere reden gaat het op de rails zetten van locomotieven, rijtuigen of wagons een stuk moeilijker dan dito op Fleischmann, Roco, Minitrix of Peco rails. Kan er even de vinger niet op leggen. Dit is overigens nog niet het eind stadium van de testbaan, een deel van mijn bestelling is nog niet uitgeleverd. Kato rails heeft op de aansluiting veel bewegingsvrijheid, daarom heb ik in het oranje maten opgenomen voor het leggen op de aangepaste behangtafel. De testbaan is namelijk geen permanente opstelling, maar een die elke keer wordt opgebouwd.
Die sleep wagons bestaat uit door mij afgekeurde wagons. Ik wil een periode II baan bouwen en daar horen dan geen wagons uit periode III of nog later op rond te rijden. Ook zijn er wagons van de verkeerde maatschappij die nog niet bestond in periode II. De wagons in kwestie zijn over het algemeen Roco wagons die destijds goedkoop in de aanschaf waren. Als je begint moet je wat, vandaar. Dus deze afgekeurde wagons kunnen mooi dienst doen als testsleep. Als je precies wil weten welke wagons dat zijn, in dit draadje https://www.n-spoorforum.nl/viewtopic.p ... 07#p275807 kun je dat zien.
Analoog
Geen woord in de handleiding van D&H over wat het maximum in analoog bedrijf is. De Fleischmann 6720 op maximum spanning van 15,12Volt ingesteld. De locomotief gaat met deze instelling omgerekend 358,15km/u als een TGV over de baan, veel te hard. Met een sleep van 35 wagons (equivalent van 1050t) haalt de trein 167,15km/u, dat is heel veel harder dan in het echt (4‰ 1060t 30km/u). De regelaar teruggebracht naar ongeveer 8,3Volt. Met een sleep van 35 wagons rijd de trein dan gemiddeld 95,25km/u. Nog steeds te hard. Te oordelen aan het af en toe doorslippen van de wielen van de tender is 35 wagons te veel. Wel is duidelijk dat ook bij D&H analoog ingebouwd is als service en het gaat helaas vrij abrupt waardoor aankoppelen meer iets van gokken weg heeft.
Digitaal
De DSR stond op de afregeling van 13,7Volt. Intellibox Basic op stap 28(maximum) geeft een gemiddelde snelheid van 175,73km/u, dat is bijna drie keer zo hard als in het echt. Met een sleep van 35 wagons (equivalent van 1050t) zakt de snelheid in tot gemiddeld 136,87km/u, dat is een heel veel hogere snelheid dan gevonden in de tabel. De minimale snelheid met een sleep van 25 wagons (equivalent 750t) en de Intellibox Basic op stap 5 is ongeveer 8,75km/u. De Intellibox Basic stap 10 gaf in de test een meer betrouwbare treinenloop met gemiddeld 25,13km/u door bovenstaande problemen met de wielen. De locomotief alleen kon met de Intellibox Basic op stap 1(minimum) een snelheid neerzetten van ongeveer 1,9km/u, maar de baan moet daarbij brandschoon zijn.
Het rapportcijfer
In het verleden zijn er al testen geweest waarbij rapportcijfers werden gegeven. Kort geleden heb ik een verhaal geschreven over hoe dat rapportcijfer tot stand komt. Je kunt het hier nalezen (https://www.n-spoorforum.nl/viewtopic.p ... 02#p277102). Met de opstelling kom ik tot het volgende;
Details 10,00
Bouwkwaliteit 9,00
Bedrukking 8,00
Loopeigenschappen 6,50
Bochtengedrag 10,00
Snelheid 10,00
Trekkracht analoog 5,00
Trekkracht digitaal 5,00
Totaal indruk 9,07 > 9,1
Door de manier van noteren in een rekenprogramma wordt enige subjectiviteit onderdrukt omdat genoemde onderdelen bestaan uit meerdere meetpunten.
Er zijn wat zaken die een verklaring behoeven. Details 10,00 omdat ik geen fouten heb kunnen vinden. Bouwkwaliteit een 9,00 omdat de lengte met meer dan 3% werd overschreden en het loopwiel veel te groot was met een afwijking van +11,4%. Bedrukking een 8,00. Bijna alles is leesbaar, maar bij de hele kleine teksten slechts delen omdat je weet wat er moet staan en delen die wegvielen omdat ze gedrukt werden op een klinknagel o.i.d. De loopeigenschappen zijn gewaardeerd met een 6,50 omdat de tender bij bepaalde snelheden zichtbaar licht waggelt, het voorste loopwiel de neiging heeft om stil te staan en dus voortgesleept wordt en de stroomopname loopt via gebruneerde wielen waardoor slecht contact met de rails. Bochtengedrag een 10,00 omdat alle rariteiten zonder problemen werden doorlopen. Snelheid een 10,00, locomotief gaat erg veel harder, maar dat is prima te temperen met de spanningsregelaar. Het rapportcijfer voor trekkracht bestaat uit een analoog deel en een digitaal deel en wordt gezien als één onderdeel, dit onderdeel is opgeteld een 10,00 omdat de locomotief precies de treingewichten kan trekken zoals gevonden in het Merkbuch zonder het doorslippen van de tender wielen. De totale waardering en daarmee het rapportcijfer komt uit op een 9,1. Een mooie score.