Wat heb je nodig:
1 Blokuitgang van de TMxx voorzien van 2 detecties
Per 4 schaduwsporen een relaisprint DR4 van Picommit
iTrain 3.0 of hoger
Het principe is gebaseerd op de Draaischijfbesturing van DTC. iTrain bekijkt welke blokken in een stationselement zijn voorzien van een relais en koppelt deze blokken aan elkaar. Als een trein een blok in wilt rijden of verlaten dan schakelt iTrain dat blokrelais in en blokkeert hij het andere relais net zolang tot de trein geheel in of uit dat blok is. Er kan dus maar 1 actie tegelijk uitgevoerd worden.
Fysieke uitvoering
Als eerste verbind je alle doorgaande spoorstaven A aan elkaar en sluit je die aan op de A uitgang van het gewenste blok op de CD16 of de TM44.
Op de DR4 zitten 4 relais met elk 2 wisselcontacten.
Nu houd je de detecties b1 en b3 over. Dit is de in secties opgedeelde spoorstaaf, die je elk naar het relais print brengt. OP het relais zie je een aansluiting COM, NO (Normally open) en NC (Normally Closed). De draad die je zojuist van spoorstaaf B1 hebt gelegd sluit je aan op de NO contact van de eerste terminal van het eerste relais. Datzelfde doe je met de melder B3 op het tweede terminal van dat relais. Dit herhaal je voor elke opstelspoor zodat elk spoor een eigen relais heeft die de detecties van dat opstelspoor schakelt.
De ena laatste handeling is het aansluiten van de B1 en B3 aansluiting van de CD16/TM44. De B1 breng je naar de eerste COM aansluiting op het relais en die verbind je door naar elke eerste COM aansluiting van de volgende relais die je gebruikt. Dat zelfde doe je ook met de Bë vanaf de CD16 of TM44. Die breng je naar de tweede contact en lus je door.De laatste stap is het aansluiten van het relais op de OC32.
Na het inregelen via de OC32config ben je fysiek klaar voor de strijd. Je kunt het testen door een relais te schakelen en een bezetmelding te simuleren in DinamousersCC.
instellen in iTrain 3.0
Dit is vrij eenvoudig te doen. Zorg eerst ervoor dat de betreffende blokken deel uit maken van een station. Teken om de blokken een stationselement en stel deze vervolgens in. Volg hiervoor de handleiding.
Heb je het station klaar dan begin je door in elk blok een relais te tekenen en die een naam te geven en het adres en interface die erbij hoort. De stand is “aan/uit”.
De volgende stap is het invullen van de adressen. Zorg wel dat elke bezetmelder en blokelement zijn voorzien van een unieke naam. Hierbij geef je alle binnenkomstmelder B1 echter wel hetzelfde adres. Die van de B1 welke je hebt gebruikt vanuit je systeem. Ditzelfde doe je ook weer met de B2, B3 en eventueel B4. Datzelfde geld ook voor het blokelement. Van uitgaande dat je blokuitgang 1 gebruikt van TMxx 1 dan zouden alle B1 melders in het station het adres 1.1 moeten hebben, alle B3 melders 1.9. Alle blokelementen hebben adres 1.1.
De wijs je elke blok zijn eigen relais toe. Dit doe je door naar het tabblad opties te gaan van dat blok. Hier vind je de optie “relais” waar je het juiste relais selecteert. Klik vervolgens op “vul automatisch” en je zult zien dat iTrain op de tabbladen volgende en vorige zal beginnen met dat relais. Op het schakelbord verschijnt een klein wit kader om de bezetmelders van dat blok.
Doe dit met alle blokken en dan zou het moeten gaan werken. Zodra je verbinding maakt met iTrain en je schakelt 1 van de relais aan dan moeten de andere uit blijven. Schakel je vervolgens een ander relais aan dan gaat eerst de vorige uit voordat de nieuwe selectie aan gaat. Dan heb je het goed ingesteld.
Succes met uitproberen. Heb je vragen of zie je fouten in mijn uitleg wat altijd mogelijk is dan hoor ik het graag. Maar laat vooral weten of de methode je bevalt
Groetjes Martin Domburg
Domburg Train Support
Sank You Master! 
). Dat zou voor mij een stuk duidelijker zijn. Mag gewoon het meest simpele paint/ingescande tekening zijn.