Re: 65 - 1 = 66
Geplaatst: 29 mei 2012 08:53
De voorzijde.
In tegenstelling bij de BR 65 heeft de 66 voor een voetplaat lopen. Hiervoor nemen we een stuk polystyreen met een breedte van 19 mm. Lengte 1mm langer als de rookkast. In een vorige stap hebben we onder de rookkast een verhoging aangebracht die schuin afloopt. Op de knik van schuin naar vlak komt de steunbalk voor de voetplaat te liggen. Lengte 14 mm. Vanaf de verhoging schuin omhoog lopend. Deze is bedoeld als ondersteuning van de voetplaat.
De pomp. Bij de 65 hebben we voorzichtig de pomp afgesneden inclusief de steun. Nu wordt voorzichtig de steun verwijderd en de pomp gehalveerd als op de foto te zien is. Beide helften worden aan de machinistenzijde onder de schoorsteen op en onder de voetplaat gezet.
Aan weerzijde van de ketel brengen we op de waterkasten precies in het midden twee plaatjes aan met afgeronde zijden als vuldeksels. Lengte 12 mm. Uiteinden afgerond.
De stangen dragers.
De beide stangendragers worden net voor het draaipunt van de schwinge afgesneden. De beide delen met het schuine kantje worden aan de voorzijde onder de waterbakken aangebracht. Zo geplaatst dat het schuine kantje boven zit en volledig voor de waterbakken uitsteekt.
Leidingen.
Na dat het grootste gedeelte van de leidingen verwijderd is brengen we nu weer nieuwe aan.
Aan de stokerzijde voor de waterbak komt een leiding gebogen als op de foto en verdwijnt in de rookkast op de plaats waar bij de 65 een kleine inkeping zat. Verder twee leidingen een voor de voeding van de generator en een die doorloopt naar de rookkast. Op de verhoging onder de rookkast zetten we nog de opstap van de BR 65 nadat de pootjes verwijderd zijn.
Aan de machinistenzijde brengen we drie leidingen boven elkaar aan waarvan de bovenste de voeding van de bel gaat worden. De onderste twee verdwijnen straks achter de windleidplaten.
Lampen.
Nu komt het van pas dat alles wat er afgesneden is weer gebruikt kan worden. De twee lampen die van de cylinders zijn gesneden worden onderste boven onder de voetplaat geplakt aan weerzijde van de steun. De lampen van de achterzijde die bij de 65 achter de trappen zaten worden ingekort en op de achterkant geplakt 1 mm boven de buffers.
Windleidplaten
Beide windleidplaten gaan nu aangebracht worden. Het probleem is dat de windleidplaten van de 66 afwijken van die van de 65. Onderin de platen zit bij de 66 namelijk een handrail. Hiervoor snijden we aan de onderzijde een randweg van 1mm en laten aan de voor en achterzijde een stukje staan. Over de opening plakken we een stang van ongeveer 0,5 mm messing. De bevestiging van de platen vormen we uit de zelfde dikte messingdraad en buigen deze in vier U’tjes ter breedte van de platen. Deze steuntjes worden op de platen gelijmd. De voorste net voor de plaats waar het nokje zat. De tweede ongeveer 3 mm van de achterzijde.
Aanbrengen op de ketel. De eerste steun zit ongeveer 1 mm boven de keteldeurscharnier. Voorzichtig wordt hier een gaatje geboord. Nu passen we de plaat er op en bepalen de plaats waar de andere gaatjes komen. Zorg er voor dat de plaat aan de bovenzijde horizontaal loopt en uitgelijnd iets hoger ligt als het venster voor in het machinisten huis.
Het rest ons nu nog alleen het aanbrengen van de bel en de stoomfluit deze volgen na het spuitwerk.
In tegenstelling bij de BR 65 heeft de 66 voor een voetplaat lopen. Hiervoor nemen we een stuk polystyreen met een breedte van 19 mm. Lengte 1mm langer als de rookkast. In een vorige stap hebben we onder de rookkast een verhoging aangebracht die schuin afloopt. Op de knik van schuin naar vlak komt de steunbalk voor de voetplaat te liggen. Lengte 14 mm. Vanaf de verhoging schuin omhoog lopend. Deze is bedoeld als ondersteuning van de voetplaat.
De pomp. Bij de 65 hebben we voorzichtig de pomp afgesneden inclusief de steun. Nu wordt voorzichtig de steun verwijderd en de pomp gehalveerd als op de foto te zien is. Beide helften worden aan de machinistenzijde onder de schoorsteen op en onder de voetplaat gezet.
Aan weerzijde van de ketel brengen we op de waterkasten precies in het midden twee plaatjes aan met afgeronde zijden als vuldeksels. Lengte 12 mm. Uiteinden afgerond.
De stangen dragers.
De beide stangendragers worden net voor het draaipunt van de schwinge afgesneden. De beide delen met het schuine kantje worden aan de voorzijde onder de waterbakken aangebracht. Zo geplaatst dat het schuine kantje boven zit en volledig voor de waterbakken uitsteekt.
Leidingen.
Na dat het grootste gedeelte van de leidingen verwijderd is brengen we nu weer nieuwe aan.
Aan de stokerzijde voor de waterbak komt een leiding gebogen als op de foto en verdwijnt in de rookkast op de plaats waar bij de 65 een kleine inkeping zat. Verder twee leidingen een voor de voeding van de generator en een die doorloopt naar de rookkast. Op de verhoging onder de rookkast zetten we nog de opstap van de BR 65 nadat de pootjes verwijderd zijn.
Aan de machinistenzijde brengen we drie leidingen boven elkaar aan waarvan de bovenste de voeding van de bel gaat worden. De onderste twee verdwijnen straks achter de windleidplaten.
Lampen.
Nu komt het van pas dat alles wat er afgesneden is weer gebruikt kan worden. De twee lampen die van de cylinders zijn gesneden worden onderste boven onder de voetplaat geplakt aan weerzijde van de steun. De lampen van de achterzijde die bij de 65 achter de trappen zaten worden ingekort en op de achterkant geplakt 1 mm boven de buffers.
Windleidplaten
Beide windleidplaten gaan nu aangebracht worden. Het probleem is dat de windleidplaten van de 66 afwijken van die van de 65. Onderin de platen zit bij de 66 namelijk een handrail. Hiervoor snijden we aan de onderzijde een randweg van 1mm en laten aan de voor en achterzijde een stukje staan. Over de opening plakken we een stang van ongeveer 0,5 mm messing. De bevestiging van de platen vormen we uit de zelfde dikte messingdraad en buigen deze in vier U’tjes ter breedte van de platen. Deze steuntjes worden op de platen gelijmd. De voorste net voor de plaats waar het nokje zat. De tweede ongeveer 3 mm van de achterzijde.
Aanbrengen op de ketel. De eerste steun zit ongeveer 1 mm boven de keteldeurscharnier. Voorzichtig wordt hier een gaatje geboord. Nu passen we de plaat er op en bepalen de plaats waar de andere gaatjes komen. Zorg er voor dat de plaat aan de bovenzijde horizontaal loopt en uitgelijnd iets hoger ligt als het venster voor in het machinisten huis.
Het rest ons nu nog alleen het aanbrengen van de bel en de stoomfluit deze volgen na het spuitwerk.