Fleischmann 714573 Br01 161 S36.20 (DRG uitvoering)
Geplaatst: 04 jul 2024 11:46
Historie/achtergrond
Op 1 april 1920 werd de DRG opgericht en de vereniging nam daarna alle locomotieven over van de voormalige deelstaatspoorwegen. Alleen dat was bij elkaar een allegaartje van locomotieven die maar moeizaam te onderhouden waren en het was nog eens erg duur. Onderdelen waren niet standaard en konden onderling niet uitgewisseld worden. Bij de DRG was men van mening dat dit veel beter en goedkoper kon. Er was dus behoefte aan gestandaardiseerde locomotieven. En zo kwamen er plannen ter tafel van twee cilinder en vier cilinder locomotieven en al die plannen hadden gemeen dat het de as indeling 2'C1' had. In het zuiden wilde men de vier cilinder locomotieven behouden en in het noorden vond men de veel lichtere twee cilinder locomotieven beter. Hoofdingenieurs waren het onderling oneens en konden met het "Vereinheitlichungsbüro", met medewerkers van de locomotief fabrikanten, het niet eens worden. Paul Wagner had inmiddels de leiding van het Reichsbahn-Zentralamt (RZA) overgenomen en nam de activiteiten van het "Vereinheitlichungsbüro" over. Paul Wagner komt uit de Pruisische keuken en daar prevaleerde de twee cilinder ontwerpen met nog wat van dat soort kunstjes. De DRG ging kijken wat het hardste nodig was en dat waren 2'C1' sneltrein locomotieven en sterke 1'E goederentreinlocomotieven met een asdruk van 20 ton. Dat was een nogal gedurfd plan als je weet dat er nog maar weinig meters van dat type spoor aanwezig was. Omdat men nog steeds niet kon besluiten over de vraag "twee cilinder of vier cilinder" werden bij elkaar 20 locomotieven besteld bij de Pruisische locomotief fabrikanten, 10 twee cilinder locomotieven met de aanduiding Br01 en 8 vier cilinder locomotieven met de aanduiding Br02. Om Maffei niet helemaal voor de kop te stoten mochten zij de overige twee Br02 bouwen. Maar daar hield het gezeur niet op. Ook in die tijd werden er vieze spelletjes gespeeld. Zo bleek dat de Br02 in detail slecht geconstrueerd was waardoor deze op voorhand de wedstrijd met Br01 zou verliezen. Dat is dus gebeurd, maar bij het testen kwam dus wel degelijk boven water dat de vier cilinder beter was. De prestaties van de Br01 bleven ver achter bij vergelijkbare Franse 2'C1' locomotieven. Een van de redenen daarvoor was dat de cilinders te groot waren gekozen. Bij het aanzetten van een zware trein ging de locomotief slingeren en had last van doorslippende wielen. Om dit te voorkomen werden later de cilinders verkleind naar 600 millimeter. Bij de vierde bouwserie, waartoe dit model behoort, werden de voorloop wielen vergroot naar 1000 millimeter en kon de maximum snelheid omhoog van 120km/u naar 130km/u. Ook werden de aandrijfstangen, kruiskoppen en het raamwerk versterkt en verzwaard uitgevoerd. Grotere olifantentoren. De remmen werden aangepast naar dubbelzijdig werkende remmen met uitwisselbare remschoenen. De eerste 75 locomotieven werden in Noord - en Midden Duitsland ingezet, in korte tijd hadden ze alle FD treinen en de zware sneltreinen overgenomen. De nummers 77 t/m 81 waren bestemd voor de Rheingold. De daarop volgende locomotieven werden ingezet op bijvoorbeeld de sneltreinen D39/D40 en D79/D80. Op de "Rennstrecke Berlijn-Hannover" behaalde de locomotief slechts een gemiddelde snelheid van 87km/u, de FD22 had een gemiddelde snelheid van 98km/u. En zo komen we aan bij ons model dat gefabriceerd is door Henschel en op 6-12-1935 in dienst is gesteld in Hannover-Ost. De locomotief behoorde toe aan Bw Hannover en voor de grote klussen moest de locomotief naar RAW Braunschweig. Op 8-4-1937 kreeg de locomotief Indusi (eerste vorm van treinbeïnvloeding). In het Merkbuch für die Schienenfahrzeuge der Deutschen Bundesbahn uitgave 1953 staat op bladzijde 128 bovenaan onderstaande tabel.
Leistungstafel von Einheitslokomotive Baureihe 01
Aan de hand van bovenstaande tabel beoordeel ik de locomotief. Naar wagons vertalen is vrij eenvoudig, de Br01 trok over het algemeen vier-assige wagons die gemiddeld 40 tot 45 ton wogen. Dus die 375t bij 130km/u in het vlakke land laat zich vertalen als maximaal 8 á 9 wagons, in de berekening altijd naar beneden afronden. Dit komt overeen met 10 ton per as voor eenvoudige wagons (klasse B en C) en 12 ton per as (Rheingold enz., klasse A) voor de luxe wagons. Ben overigens wel benieuwd welk deel in Duitsland helemaal vlak is, maar dat terzijde. Op bladzijde 16 van het Merkbuch für die Schienenfahrzeuge der Deutschen Bundesbahn uitgave 1953 staat bij punt 3 dat de locomotief een "Fahrgeschwindigkeit vw/rw" heeft van "130/50 km/h".
Het model
Ik heb het model nieuw gekocht en het is inmiddels ook uitverkocht en niet meer leverbaar bij Fleischmann. Opmerkelijk is dat Fleischmann een beetje af wil van periode II, maar dat hun model uit periode II als eerste van de schappen was. En dan maar niks meer willen doen voor periode II. En ze hebben genoeg modellen die alleen maar een reprint nodig hebben om uit te kunnen brengen in periode II, maar dan wel uit de periode van voor 1937, dus DRG. De doos is weer de bekende Fleischmann plastieken doos. Bovenop de locomotief een plastic velletje. Een fors stuk schuim/foam tussen de locomotief en tender. En ik ben er pas achter gekomen waarom dat er was ;-(, maar krijg dat niet terug gefrommeld. Onderop weer een plastic velletje. De inzet is van dat harde gladde plastic en de locomotief past hier precies in, het is dus een beetje worstelen met dat onderste velletje plastic. Advies, niet weg doen, het zit er niet voor niks.
Aan de flap kan de plastieken inzet eruit gehaald worden. Onderop een A4 tweezijdig bedrukt, ene zijde alle onderdelen van de locomotief en de andere zijde alle onderdelen van de tender. Op een bijna A4 velletje papier in het Duits, Engels en Frans informatie over de decoder en hoe deze reageert op bevelen. Op de achterzijde een opsomming van de functie toetsen f0 t/m f27. Ik heb f0 t/m f4 geprobeerd, geen idee hoe je op een Intelllibox Basic f27 moet aanspreken. Waarschijnlijk een complete spagaat aan knoppen drukken. Er is ook een klein lijstje met CV waarden, 28 functietoetsen en maar 14 regels over CV waarden. Hier mis ik wat. Erger is dat bijvoorbeeld wel wordt genoemd CV 1 en dat heeft een standaard waarde/instelling van 3, maar wat het is staat er niet bij en zo is die hele lijst één groot vraagteken. Volgens de website is decoder MS590N18 gebruikt, vreemd genoeg komt dat gegeven verder nergens voor. Dit is een decoder die teruggevonden kan worden in het bestand "MS-Sound-Decoders_EN.pdf" bij Zimo (http://zimo.at/web2010/products/lokdecoder_EN.htm). Blijft over de standaard papieren/kartonnen inzet van Fleischmann. Deze is aan de flap uit de doos te trekken. Er is een extra uitvouwbare flap met informatie. Het geheel tweezijdig bedrukt. Ook nu weer de nodige hilariteit. Weer een opmerking over de olie en dat dit alleen Fleischmann olie mag zijn, hoezo? Verder informatie hoe de wielen te reinigen. Op de buitenzijde staat al aangegeven dat het een DCC model is. Wat doet dan de opmerking dat de kap er alleen af hoeft voor het inbouwen van een loc decoder, terwijl ze zelf al hun eigen gebakje hebben geïnstalleerd. Het openen van de tender is alleen nodig voor het smeren van de motor lagers of het uitwisselen van de motor. Ook dat is niet waar. Dan een aanbeveling om het wisselen van de motor door een Fleischmann Service Partner te laten doen. Verder met heel veel pijltjes aangegeven hoe je een oliebad creëert. Daarbij staat ook op welke wielen rubberen bandjes zitten. Hoe je die moet vervangen, geen woord erover. Dan twee tekeningen van hoe de locomotief te openen en hoe de tender te openen.
Het is NEM, dus koppelingen zijn eenvoudig uit te wisselen, met bestelnummers. Links daarvan dat de bedrijfsspanning maximaal 20 Volt wisselspanning (dat teken wordt gebruikt) is. Dan rechts een tekening van het tenderchassis met motor en de aanwijzing dat de motor eruit gesoldeerd moet worden, de twee aansluitdraadjes wel te verstaan. De motor ligt los in de tender en wordt door de kap in de positie gehouden. Onderop een tweetal tekeningen en met hoe je de, in een extra plastic zakje, bijgeleverde onderdelen kunt monteren en dat daarna geen kleine bogen meer bereden kunnen worden. Dan op linker flapje dat er led verlichting in zit en dat dit onderhoudsvrij is. Op het rechter flapje dat je de rails goed schoon moet houden. Op de uitvouwbare flap achterzijde staat het nodige over de DCC decoder en regelaars. Op de lange zijkant dat de locomotief is uitgerust met de nieuwste versie decoder. Bij een reset worden alle instellingen teruggezet naar de fabriekswaarden. Wel zo makkelijk als je je een keer compleet vergist.
Onderop is Fleischmann rood met een QR code en barcode, daartussen hebben ze nog wat tekst neergezet. Het product mag alleen in een gesloten ruimte gebruikt worden. Mogen we toch blij zijn dat er geen rookgenerator was gemonteerd. Dus als je een raam openzet vliegt ie weg of zo? En weer dat je de verpakking moet bewaren, op zich goed advies, dan koop je eventueel tweedehands een completer model. Eindelijk geen geleuter over peuters van 3 jaar, maar nu een kleine aanwijzing dat het model alleen geschikt is voor 14+.
Het model van de Br01 161 (S36.20) van na 5-12-35
Ik heb genoeg foto's kunnen downloaden van de Br01 161, alleen wel in de DB uitvoering. Dus geen grote olifantentoren, drie punts verlichting en een andere zonnekap op de ramen aan de voorkant en nog meer van dat soort afwijkingen. Uiteindelijk was het nog een hele toer om een model, dus niet een Br01 161, te vinden die overeenkwam met het model van Fleischmann. Het enige wat dan zo opvalt zijn weer de leidingen die op het model volgens tekening zijn, dus correct, maar waarvan in de praktijk het een en ander afwijkt. Verder niets kunnen vinden voor zover zichtbaar in vergelijk met de foto's. Het model bevat veel los opgezette onderdelen die ook los staan, dat geeft de locomotief een filigraan uiterlijk. Ook de aandrijving is zeer verfijnd en doet filigraan aan. Alleen de remblokken zijn zichtbaar, de dunne bezandingspijpen heeft men weggelaten. In het echt moet je er ook naar zoeken, ze zijn er wel, maar vrij dun en lopen tot vlak boven de rails. Dat kan aanleiding zijn geweest om het niet te doen omdat dit te kwetsbaar wordt. Met een sterke loep zijn alle teksten te lezen, maar de enorm kleine teksten hebben soms de neiging vol te lopen. Zo zijn de opschriften "Rbd. Hannover" en "Hannover Ost" een klein beetje vol gelopen waardoor niet echt super scherp zoals bij de andere teksten. Ook het fabrieksschild is redelijk leesbaar, maar heeft last van hetzelfde probleem. Opmerkelijk is ook dat de gewichten nog niet zijn ingevuld bij "Gew Lok u Tender", dat zou inhouden dat de locomotief nog langs de meetbrug moet voor een officiële meting. Ben minder te spreken over de bouwkwaliteit. Bij mij was een van de lantaarns van de tender gevallen. En die zet je er dus niet zo weer op. Daarvoor moest de tender open omdat ik de lichtgeleider daarvoor moest tegenhouden. Vervolgens moet je bij het sluiten van de kap er wel opletten dat alle draadjes ook weer in de corresponderende houders komen. Daarna kom ik in de doos een veertje tegen. Die was onder los geschoten, maar hoe je dat vast moet maken wordt niet verteld. Bij de pinnetjes zitten nog gaatjes, maar daar het einde van het veertje inwurmen lukt dus niet. Toen ik daarmee klaar was bleek de pijp aan de linkerkant van het machinistenhuis afgebroken te zijn. Allemaal wel repareerbaar, maar toch. Meten aan dit model was ook weer niet makkelijk. Er is weinig ruimte tussen de wielen en alles zit vol met details. Dus zeker bij de aandrijfwielen moet ik een slag om de arm houden zoals dat heet. Ook de tender wielen opmeten was een hele uitdaging. De loopwielen voor hadden een afwijking van -0,48%, verwaarloosbaar. De aandrijfwielen hebben en afwijking van -0,08% tot +0,4%, nog steeds ver binnen de toegestane grenzen. Het loopwiel achter had bij mijn meting een afwijking van -1,8%. Nog steeds binnen de toleranties. De tenderwielen zonder bandjes heeft een gemeten afwijking van -1,4%, deze meting is voor de helft op zicht gedaan omdat ik de schuifmaat er niet echt tussen kreeg. De wielen op de buitenste assen zijn voorzien van rubber. De totale lengte wijkt positief af met +1,35%, dat is gewoon erg netjes.
De testrun
Het model weegt 98,9 gram en is beproefd op mijn stokoude testbaan en op mijn trekkracht testbaan. De stokoude testbaan heeft allerlei rariteiten, er zit een boog in met een radius <R1(182), R1(194,6) en R2. Verder twee meegebogen wissels R1/R2 met de scherpe kanten tegen elkaar. Bogen die direct aansluiten op een Engels wissel. Allemaal ingrediënten waarop een locomotief of wagon soms de mist in kan gaan. Deze locomotief reed met een gematigde snelheid overal doorheen op de twee meegebogen wissels op afslaand na, maar daar hebben de meeste locomotieven last van en is een rare hobbel en een oneigenlijke situatie die volgens mij niet in het echt voorkomt.
Op de trekkracht testbaan is er getest op analoog en op digitaal bedrijf. Analoog wordt geleverd door de Fleischmann 6720 regelaar met een veel te grote stekkertrafo. Parallel aan de aansluiting van de rails is een DMM verbonden om de spanning af te lezen. In serie een DMM ingesteld op stroommeting. Digitaal wordt geleverd door een Intellibox Basic met daarachter een DSR van AMW. Als monitor wordt een AMW meetsysteem gebruikt met een uitlezing in Volt en Ampère. Hier nog even een opmerking. Hiervoor heb ik het er al over gehad, in de handleiding staat aangegeven dat 20 Volt het maximum is. Als je een Intellibox Basic aangesloten op een 16 Volt trafo gebruikt, dan kun je deze locomotief daar niet op laten rijden, omdat de Intellibox Basic dan 24,15Volt (gemeten) als spanning geeft. Je kunt een en ander nalezen in dit draadje https://www.n-spoorforum.nl/viewtopic.php?t=17811. De snelheid kon bij een beperkte lengte van de totale trein gemeten worden met de Speedmeter van Wisselmotor.nl. Met lange treinen was het klassiek handmatig klokken en met een rekenvel uitrekenen wat de snelheid is. Om opnamefouten te elimineren worden dan minimaal 5 metingen uitgevoerd die dan worden gemiddeld. De locomotief mocht eerst wat rondjes alleen rijden. Met behulp van de Speedmeter is goed meetbaar wanneer de motor op temperatuur is, pas bij het constant blijven van de snelheid ben ik gaan testen. De stijging en daling op de trekkracht testbaan loopt van 0,1% (1‰) tot en met 1,4% (14‰, kort aanlooptraject richting de knik in de behangtafel), gecontroleerd met een digitale hoekmeter. De maximale waarde wisselt omdat ik elke keer de testbaan opnieuw opbouw en weer afbreek. Daardoor staat de verlengde behangtafel niet altijd hetzelfde.
trekkracht testbaan
De keuze voor Rheingold rijtuigen is een suggestie van Sander (@Sibbesuisje). Deze rijtuigen zijn standaard voorzien van verlichting. De stroomafname gaat via veertjes die tegen de as drukken. Dit geeft een betrouwbare stroomafname en de extra weerstand is minimaal en een stuk lager dan de standaard slepers. In plaats van de wagons uit de Hechtserie heb ik 9 vier-assige "honderd deuren" rijtuigen gebruikt. Met deze rijtuigen wil ik later ook op mijn eigen baan gaan rijden. Als je precies wil weten welke wagons dat zijn dan kan dat, in dit draadje https://www.n-spoorforum.nl/phpbb3/view ... 06#p276706 kun je dat zien. Het tonnage wordt dan als volgt, Arnold 0142 260t + Arnold 0143 260t + 9 vier-assige "honderd deuren" rijtuigen 304t geeft in totaal 824t. De reden voor de 9 vier-assige "honderd deuren" rijtuigen is dat ik dan de trein nog op de baan kon hebben. De treinlengte is dan 19 wagons, anders gezegd 76 assen. In het 1:1 bedrijf was maximaal 60 assen toegestaan mits alle rijtuigen over remmen beschikte. Dat is dus ook de reden dat je nooit foto's zult zien met meer dan 15 wagons. Er is ook nog getest met 16 wagons of anders gezegd 64 assen, het te trekken tonnage was dan 723t.
Na het testen van de Br01 161 heb ik de Br52 1817 getest. Dus alle passagiersrijtuigen opgeruimd en de afgekeurde wagons van de testset neergezet. Als je precies wil weten welke wagons dat zijn, in dit draadje https://www.n-spoorforum.nl/viewtopic.p ... 07#p275807 kun je dat zien. De Br01 161 lag nog op tafel, dus ik heb deze locomotief voor een trein van 41 goederenwagons (1230t) gezet.
Analoog
Er is geen opgave van de maximale analoge spanning. De locomotief eerst alleen over de baan met de Speedmeter actief. Omdat deze locomotief is uitgerust met een digitale decoder, kun je de spanningen niet vergelijken met een normale analoge locomotief. De decoder neemt namelijk de "eerste volts" voor "eigen gebruik" om te kunnen regelen. Het komt er dus op neer dat het analoog rijden van een digitale locomotief een veel kleiner regelbereik geeft dat nog verder wordt ingeperkt door de standenschakelaar (ook al voelt dat niet zo) van de trafo. Zo heeft de 6720 regelaar 12 standen, waarvan 7 of 8 standen worden overgeslagen omdat de locomotief daarop niet rijd. Met 8,3V en 35mA reed de Br01 161 4km/u. Dat is netjes. Met 15,1V en 70mA reed de locomotief 116km/u. Dat is mooi, maar wel te langzaam. Deze locomotief kon 130km/u rijden en als ik de normen erbij haal mag voor een realiteits-begrip daar nog 10% bovenop. Dus de locomotief had eigenlijk 143km/u moeten klokken. Ik heb een sleep van 41 wagons er achter gehad. Die test had ik uitgebreid gedaan in het digitale domein, dus hier alleen maar even zien van doet ie het. Antwoord ja.
Digitaal
De DSR stond afgesteld op 14,1V en 60mA of 0,85W. Op stand 28 op de Intellibox Basic reed de locomotief 115km/u, dat is te langzaam. Op stand 3 reed de locomotief 1km/u. Stand 1 gaf vreemd gedrag, daarom denk ik dat er misschien nog iets is te regelen met de CV's. Vervolgens de 19 passagiersrijtuigen (824t) erachter gezet. Met 14,1V en ongeveer 70mA of 0,98W reed deze trein 109km/u. Met 16 wagons (723t) reed de trein op stand 10 bij 14,4V 15km/u. Op stand 3 was dat 1km/u. Vervolgens nog geprobeerd met 41 goederenwagons (1230t) uit de testsleep. De DSR stond op 14,0V, verbruik gemiddeld 80mA. Op stand 28 reed deze trein gemiddeld 103km/u, op stand 14 gemiddeld 25km/u, op stand 7 gemiddeld 7km/u en op stand 2 gemiddeld 2km/u. Vooral tussen stand 7 en 14 is het spectaculair omdat de locomotief dan luidruchtig dat hakken laat horen. Niet zo spectaculair is de conclusie dat de locomotief de snelheid van 130km/u en als model eigenlijk 143km/u bij lange na niet haalt. Het is twijfelachtig of dit met CV instellingen kan worden verholpen.
Je weet nu waarom ik bovenin de tabel laat zien en daarbij nog eens het gegeven dat de meeste D en FD treinen niet harder gaan dan 100km/u. En dat is dan nog eens voor het vlakke land. Met 824t en 109km/u scoort de locomotief in de tabel bovenaan tussen 100 en 110km/u. Vanuit dat standpunt bekeken voldoet de locomotief. Dat de locomotief ook nog eens 1230t kan trekken met 103km/u is veel meer dan wat er in de tabel staat. Bij de meesten van jullie komt er wellicht een Rheingold setje erachter en dan is dat ongeveer 260t. Die waarde kom je tegen bij de 5‰ en 110km/u.
Het rapportcijfer
In het verleden zijn er al testen geweest waarbij rapportcijfers werden gegeven. Ik heb een verhaal geschreven over hoe dat rapportcijfer tot stand komt. Je kunt het hier nalezen (https://www.n-spoorforum.nl/viewtopic.p ... 02#p277102). Met de opstelling kom ik tot het volgende;
Details 9,67
Bouwkwaliteit 8,00
Bedrukking 9,60
Loopeigenschappen 10,00
Bochtengedrag 10,00
Gedrag op wissels/kruisingen -0,00
Snelheid 3,33
Trekkracht analoog 6,67
Trekkracht digitaal 6,67
Totaal indruk 9,13 > 9,1
Door de manier van noteren in een rekenprogramma wordt enige subjectiviteit onderdrukt omdat genoemde onderdelen bestaan uit meerdere meetpunten.
Er zijn wat zaken die een verklaring behoeven. Details 9,67 omdat leidingen te netjes zijn verwerkt. Bouwkwaliteit een 8,00 omdat bij CV lijst geen opgave van wat het is of wat het doet en wat de minimum en maximum waarden zijn. Verder 27 functietoetsen en voor CV maar 14 waardes. Een verwijzing geven met uitsluitend een QR code zet mensen die dat niet gebruiken buiten spel. Geen opgave welke decoder is gebruikt, daarvoor moet je naar de website van Fleischmann. Er lopen zes draadjes van de tender naar de locomotief, bij het openen van de tenderkap en daarna weer sluiten is dat wel weer een uitdaging om draadjes weer in de juiste positie vast te klemmen. Kwetsbaar uitstroompijpje brak af, lamp tender afgevallen, veer losgeschoten en die ziet er niet hetzelfde uit zoals op onderdelenlijst, dus al eerder malheur mee geweest af fabriek. De lengte is goed en de doorsnede van de wielen vallen allemaal binnen de toleranties. Bedrukking een 9,60 omdat een aantal opschriften dichtgelopen zijn. Wel knap dat het zo klein nog leesbaar is. De loopeigenschappen zijn gewaardeerd met een 10,00 omdat er geen opmerkingen gemaakt konden worden. Bochtengedrag een 10,00, het model gaat overal doorheen. Het gedrag op wissels en kruisingen geeft geen aftrekpunten. De locomotief gaat niet door twee meegebogen wissels met het scherp tegen elkaar en op afslaand. Dat is een situatie die in het echt volgens mij niet voorkomt. Snelheid een 3,33, de locomotief haalt de maximum snelheid niet, niet analoog en niet digitaal. Het rapportcijfer voor trekkracht bestaat uit een analoog deel en een digitaal deel en wordt gezien als één onderdeel, zowel analoog als digitaal een score 6,67 (tot 13,33) omdat het model meer trekt dan gevonden in de tabel. De totale waardering en daarmee het rapportcijfer komt uit op een 9,1.
Op 1 april 1920 werd de DRG opgericht en de vereniging nam daarna alle locomotieven over van de voormalige deelstaatspoorwegen. Alleen dat was bij elkaar een allegaartje van locomotieven die maar moeizaam te onderhouden waren en het was nog eens erg duur. Onderdelen waren niet standaard en konden onderling niet uitgewisseld worden. Bij de DRG was men van mening dat dit veel beter en goedkoper kon. Er was dus behoefte aan gestandaardiseerde locomotieven. En zo kwamen er plannen ter tafel van twee cilinder en vier cilinder locomotieven en al die plannen hadden gemeen dat het de as indeling 2'C1' had. In het zuiden wilde men de vier cilinder locomotieven behouden en in het noorden vond men de veel lichtere twee cilinder locomotieven beter. Hoofdingenieurs waren het onderling oneens en konden met het "Vereinheitlichungsbüro", met medewerkers van de locomotief fabrikanten, het niet eens worden. Paul Wagner had inmiddels de leiding van het Reichsbahn-Zentralamt (RZA) overgenomen en nam de activiteiten van het "Vereinheitlichungsbüro" over. Paul Wagner komt uit de Pruisische keuken en daar prevaleerde de twee cilinder ontwerpen met nog wat van dat soort kunstjes. De DRG ging kijken wat het hardste nodig was en dat waren 2'C1' sneltrein locomotieven en sterke 1'E goederentreinlocomotieven met een asdruk van 20 ton. Dat was een nogal gedurfd plan als je weet dat er nog maar weinig meters van dat type spoor aanwezig was. Omdat men nog steeds niet kon besluiten over de vraag "twee cilinder of vier cilinder" werden bij elkaar 20 locomotieven besteld bij de Pruisische locomotief fabrikanten, 10 twee cilinder locomotieven met de aanduiding Br01 en 8 vier cilinder locomotieven met de aanduiding Br02. Om Maffei niet helemaal voor de kop te stoten mochten zij de overige twee Br02 bouwen. Maar daar hield het gezeur niet op. Ook in die tijd werden er vieze spelletjes gespeeld. Zo bleek dat de Br02 in detail slecht geconstrueerd was waardoor deze op voorhand de wedstrijd met Br01 zou verliezen. Dat is dus gebeurd, maar bij het testen kwam dus wel degelijk boven water dat de vier cilinder beter was. De prestaties van de Br01 bleven ver achter bij vergelijkbare Franse 2'C1' locomotieven. Een van de redenen daarvoor was dat de cilinders te groot waren gekozen. Bij het aanzetten van een zware trein ging de locomotief slingeren en had last van doorslippende wielen. Om dit te voorkomen werden later de cilinders verkleind naar 600 millimeter. Bij de vierde bouwserie, waartoe dit model behoort, werden de voorloop wielen vergroot naar 1000 millimeter en kon de maximum snelheid omhoog van 120km/u naar 130km/u. Ook werden de aandrijfstangen, kruiskoppen en het raamwerk versterkt en verzwaard uitgevoerd. Grotere olifantentoren. De remmen werden aangepast naar dubbelzijdig werkende remmen met uitwisselbare remschoenen. De eerste 75 locomotieven werden in Noord - en Midden Duitsland ingezet, in korte tijd hadden ze alle FD treinen en de zware sneltreinen overgenomen. De nummers 77 t/m 81 waren bestemd voor de Rheingold. De daarop volgende locomotieven werden ingezet op bijvoorbeeld de sneltreinen D39/D40 en D79/D80. Op de "Rennstrecke Berlijn-Hannover" behaalde de locomotief slechts een gemiddelde snelheid van 87km/u, de FD22 had een gemiddelde snelheid van 98km/u. En zo komen we aan bij ons model dat gefabriceerd is door Henschel en op 6-12-1935 in dienst is gesteld in Hannover-Ost. De locomotief behoorde toe aan Bw Hannover en voor de grote klussen moest de locomotief naar RAW Braunschweig. Op 8-4-1937 kreeg de locomotief Indusi (eerste vorm van treinbeïnvloeding). In het Merkbuch für die Schienenfahrzeuge der Deutschen Bundesbahn uitgave 1953 staat op bladzijde 128 bovenaan onderstaande tabel.
Leistungstafel von Einheitslokomotive Baureihe 01
Aan de hand van bovenstaande tabel beoordeel ik de locomotief. Naar wagons vertalen is vrij eenvoudig, de Br01 trok over het algemeen vier-assige wagons die gemiddeld 40 tot 45 ton wogen. Dus die 375t bij 130km/u in het vlakke land laat zich vertalen als maximaal 8 á 9 wagons, in de berekening altijd naar beneden afronden. Dit komt overeen met 10 ton per as voor eenvoudige wagons (klasse B en C) en 12 ton per as (Rheingold enz., klasse A) voor de luxe wagons. Ben overigens wel benieuwd welk deel in Duitsland helemaal vlak is, maar dat terzijde. Op bladzijde 16 van het Merkbuch für die Schienenfahrzeuge der Deutschen Bundesbahn uitgave 1953 staat bij punt 3 dat de locomotief een "Fahrgeschwindigkeit vw/rw" heeft van "130/50 km/h".
Het model
Ik heb het model nieuw gekocht en het is inmiddels ook uitverkocht en niet meer leverbaar bij Fleischmann. Opmerkelijk is dat Fleischmann een beetje af wil van periode II, maar dat hun model uit periode II als eerste van de schappen was. En dan maar niks meer willen doen voor periode II. En ze hebben genoeg modellen die alleen maar een reprint nodig hebben om uit te kunnen brengen in periode II, maar dan wel uit de periode van voor 1937, dus DRG. De doos is weer de bekende Fleischmann plastieken doos. Bovenop de locomotief een plastic velletje. Een fors stuk schuim/foam tussen de locomotief en tender. En ik ben er pas achter gekomen waarom dat er was ;-(, maar krijg dat niet terug gefrommeld. Onderop weer een plastic velletje. De inzet is van dat harde gladde plastic en de locomotief past hier precies in, het is dus een beetje worstelen met dat onderste velletje plastic. Advies, niet weg doen, het zit er niet voor niks.
Aan de flap kan de plastieken inzet eruit gehaald worden. Onderop een A4 tweezijdig bedrukt, ene zijde alle onderdelen van de locomotief en de andere zijde alle onderdelen van de tender. Op een bijna A4 velletje papier in het Duits, Engels en Frans informatie over de decoder en hoe deze reageert op bevelen. Op de achterzijde een opsomming van de functie toetsen f0 t/m f27. Ik heb f0 t/m f4 geprobeerd, geen idee hoe je op een Intelllibox Basic f27 moet aanspreken. Waarschijnlijk een complete spagaat aan knoppen drukken. Er is ook een klein lijstje met CV waarden, 28 functietoetsen en maar 14 regels over CV waarden. Hier mis ik wat. Erger is dat bijvoorbeeld wel wordt genoemd CV 1 en dat heeft een standaard waarde/instelling van 3, maar wat het is staat er niet bij en zo is die hele lijst één groot vraagteken. Volgens de website is decoder MS590N18 gebruikt, vreemd genoeg komt dat gegeven verder nergens voor. Dit is een decoder die teruggevonden kan worden in het bestand "MS-Sound-Decoders_EN.pdf" bij Zimo (http://zimo.at/web2010/products/lokdecoder_EN.htm). Blijft over de standaard papieren/kartonnen inzet van Fleischmann. Deze is aan de flap uit de doos te trekken. Er is een extra uitvouwbare flap met informatie. Het geheel tweezijdig bedrukt. Ook nu weer de nodige hilariteit. Weer een opmerking over de olie en dat dit alleen Fleischmann olie mag zijn, hoezo? Verder informatie hoe de wielen te reinigen. Op de buitenzijde staat al aangegeven dat het een DCC model is. Wat doet dan de opmerking dat de kap er alleen af hoeft voor het inbouwen van een loc decoder, terwijl ze zelf al hun eigen gebakje hebben geïnstalleerd. Het openen van de tender is alleen nodig voor het smeren van de motor lagers of het uitwisselen van de motor. Ook dat is niet waar. Dan een aanbeveling om het wisselen van de motor door een Fleischmann Service Partner te laten doen. Verder met heel veel pijltjes aangegeven hoe je een oliebad creëert. Daarbij staat ook op welke wielen rubberen bandjes zitten. Hoe je die moet vervangen, geen woord erover. Dan twee tekeningen van hoe de locomotief te openen en hoe de tender te openen.
Het is NEM, dus koppelingen zijn eenvoudig uit te wisselen, met bestelnummers. Links daarvan dat de bedrijfsspanning maximaal 20 Volt wisselspanning (dat teken wordt gebruikt) is. Dan rechts een tekening van het tenderchassis met motor en de aanwijzing dat de motor eruit gesoldeerd moet worden, de twee aansluitdraadjes wel te verstaan. De motor ligt los in de tender en wordt door de kap in de positie gehouden. Onderop een tweetal tekeningen en met hoe je de, in een extra plastic zakje, bijgeleverde onderdelen kunt monteren en dat daarna geen kleine bogen meer bereden kunnen worden. Dan op linker flapje dat er led verlichting in zit en dat dit onderhoudsvrij is. Op het rechter flapje dat je de rails goed schoon moet houden. Op de uitvouwbare flap achterzijde staat het nodige over de DCC decoder en regelaars. Op de lange zijkant dat de locomotief is uitgerust met de nieuwste versie decoder. Bij een reset worden alle instellingen teruggezet naar de fabriekswaarden. Wel zo makkelijk als je je een keer compleet vergist.
Onderop is Fleischmann rood met een QR code en barcode, daartussen hebben ze nog wat tekst neergezet. Het product mag alleen in een gesloten ruimte gebruikt worden. Mogen we toch blij zijn dat er geen rookgenerator was gemonteerd. Dus als je een raam openzet vliegt ie weg of zo? En weer dat je de verpakking moet bewaren, op zich goed advies, dan koop je eventueel tweedehands een completer model. Eindelijk geen geleuter over peuters van 3 jaar, maar nu een kleine aanwijzing dat het model alleen geschikt is voor 14+.
Het model van de Br01 161 (S36.20) van na 5-12-35
Ik heb genoeg foto's kunnen downloaden van de Br01 161, alleen wel in de DB uitvoering. Dus geen grote olifantentoren, drie punts verlichting en een andere zonnekap op de ramen aan de voorkant en nog meer van dat soort afwijkingen. Uiteindelijk was het nog een hele toer om een model, dus niet een Br01 161, te vinden die overeenkwam met het model van Fleischmann. Het enige wat dan zo opvalt zijn weer de leidingen die op het model volgens tekening zijn, dus correct, maar waarvan in de praktijk het een en ander afwijkt. Verder niets kunnen vinden voor zover zichtbaar in vergelijk met de foto's. Het model bevat veel los opgezette onderdelen die ook los staan, dat geeft de locomotief een filigraan uiterlijk. Ook de aandrijving is zeer verfijnd en doet filigraan aan. Alleen de remblokken zijn zichtbaar, de dunne bezandingspijpen heeft men weggelaten. In het echt moet je er ook naar zoeken, ze zijn er wel, maar vrij dun en lopen tot vlak boven de rails. Dat kan aanleiding zijn geweest om het niet te doen omdat dit te kwetsbaar wordt. Met een sterke loep zijn alle teksten te lezen, maar de enorm kleine teksten hebben soms de neiging vol te lopen. Zo zijn de opschriften "Rbd. Hannover" en "Hannover Ost" een klein beetje vol gelopen waardoor niet echt super scherp zoals bij de andere teksten. Ook het fabrieksschild is redelijk leesbaar, maar heeft last van hetzelfde probleem. Opmerkelijk is ook dat de gewichten nog niet zijn ingevuld bij "Gew Lok u Tender", dat zou inhouden dat de locomotief nog langs de meetbrug moet voor een officiële meting. Ben minder te spreken over de bouwkwaliteit. Bij mij was een van de lantaarns van de tender gevallen. En die zet je er dus niet zo weer op. Daarvoor moest de tender open omdat ik de lichtgeleider daarvoor moest tegenhouden. Vervolgens moet je bij het sluiten van de kap er wel opletten dat alle draadjes ook weer in de corresponderende houders komen. Daarna kom ik in de doos een veertje tegen. Die was onder los geschoten, maar hoe je dat vast moet maken wordt niet verteld. Bij de pinnetjes zitten nog gaatjes, maar daar het einde van het veertje inwurmen lukt dus niet. Toen ik daarmee klaar was bleek de pijp aan de linkerkant van het machinistenhuis afgebroken te zijn. Allemaal wel repareerbaar, maar toch. Meten aan dit model was ook weer niet makkelijk. Er is weinig ruimte tussen de wielen en alles zit vol met details. Dus zeker bij de aandrijfwielen moet ik een slag om de arm houden zoals dat heet. Ook de tender wielen opmeten was een hele uitdaging. De loopwielen voor hadden een afwijking van -0,48%, verwaarloosbaar. De aandrijfwielen hebben en afwijking van -0,08% tot +0,4%, nog steeds ver binnen de toegestane grenzen. Het loopwiel achter had bij mijn meting een afwijking van -1,8%. Nog steeds binnen de toleranties. De tenderwielen zonder bandjes heeft een gemeten afwijking van -1,4%, deze meting is voor de helft op zicht gedaan omdat ik de schuifmaat er niet echt tussen kreeg. De wielen op de buitenste assen zijn voorzien van rubber. De totale lengte wijkt positief af met +1,35%, dat is gewoon erg netjes.
De testrun
Het model weegt 98,9 gram en is beproefd op mijn stokoude testbaan en op mijn trekkracht testbaan. De stokoude testbaan heeft allerlei rariteiten, er zit een boog in met een radius <R1(182), R1(194,6) en R2. Verder twee meegebogen wissels R1/R2 met de scherpe kanten tegen elkaar. Bogen die direct aansluiten op een Engels wissel. Allemaal ingrediënten waarop een locomotief of wagon soms de mist in kan gaan. Deze locomotief reed met een gematigde snelheid overal doorheen op de twee meegebogen wissels op afslaand na, maar daar hebben de meeste locomotieven last van en is een rare hobbel en een oneigenlijke situatie die volgens mij niet in het echt voorkomt.
Op de trekkracht testbaan is er getest op analoog en op digitaal bedrijf. Analoog wordt geleverd door de Fleischmann 6720 regelaar met een veel te grote stekkertrafo. Parallel aan de aansluiting van de rails is een DMM verbonden om de spanning af te lezen. In serie een DMM ingesteld op stroommeting. Digitaal wordt geleverd door een Intellibox Basic met daarachter een DSR van AMW. Als monitor wordt een AMW meetsysteem gebruikt met een uitlezing in Volt en Ampère. Hier nog even een opmerking. Hiervoor heb ik het er al over gehad, in de handleiding staat aangegeven dat 20 Volt het maximum is. Als je een Intellibox Basic aangesloten op een 16 Volt trafo gebruikt, dan kun je deze locomotief daar niet op laten rijden, omdat de Intellibox Basic dan 24,15Volt (gemeten) als spanning geeft. Je kunt een en ander nalezen in dit draadje https://www.n-spoorforum.nl/viewtopic.php?t=17811. De snelheid kon bij een beperkte lengte van de totale trein gemeten worden met de Speedmeter van Wisselmotor.nl. Met lange treinen was het klassiek handmatig klokken en met een rekenvel uitrekenen wat de snelheid is. Om opnamefouten te elimineren worden dan minimaal 5 metingen uitgevoerd die dan worden gemiddeld. De locomotief mocht eerst wat rondjes alleen rijden. Met behulp van de Speedmeter is goed meetbaar wanneer de motor op temperatuur is, pas bij het constant blijven van de snelheid ben ik gaan testen. De stijging en daling op de trekkracht testbaan loopt van 0,1% (1‰) tot en met 1,4% (14‰, kort aanlooptraject richting de knik in de behangtafel), gecontroleerd met een digitale hoekmeter. De maximale waarde wisselt omdat ik elke keer de testbaan opnieuw opbouw en weer afbreek. Daardoor staat de verlengde behangtafel niet altijd hetzelfde.
trekkracht testbaan
De keuze voor Rheingold rijtuigen is een suggestie van Sander (@Sibbesuisje). Deze rijtuigen zijn standaard voorzien van verlichting. De stroomafname gaat via veertjes die tegen de as drukken. Dit geeft een betrouwbare stroomafname en de extra weerstand is minimaal en een stuk lager dan de standaard slepers. In plaats van de wagons uit de Hechtserie heb ik 9 vier-assige "honderd deuren" rijtuigen gebruikt. Met deze rijtuigen wil ik later ook op mijn eigen baan gaan rijden. Als je precies wil weten welke wagons dat zijn dan kan dat, in dit draadje https://www.n-spoorforum.nl/phpbb3/view ... 06#p276706 kun je dat zien. Het tonnage wordt dan als volgt, Arnold 0142 260t + Arnold 0143 260t + 9 vier-assige "honderd deuren" rijtuigen 304t geeft in totaal 824t. De reden voor de 9 vier-assige "honderd deuren" rijtuigen is dat ik dan de trein nog op de baan kon hebben. De treinlengte is dan 19 wagons, anders gezegd 76 assen. In het 1:1 bedrijf was maximaal 60 assen toegestaan mits alle rijtuigen over remmen beschikte. Dat is dus ook de reden dat je nooit foto's zult zien met meer dan 15 wagons. Er is ook nog getest met 16 wagons of anders gezegd 64 assen, het te trekken tonnage was dan 723t.
Na het testen van de Br01 161 heb ik de Br52 1817 getest. Dus alle passagiersrijtuigen opgeruimd en de afgekeurde wagons van de testset neergezet. Als je precies wil weten welke wagons dat zijn, in dit draadje https://www.n-spoorforum.nl/viewtopic.p ... 07#p275807 kun je dat zien. De Br01 161 lag nog op tafel, dus ik heb deze locomotief voor een trein van 41 goederenwagons (1230t) gezet.
Analoog
Er is geen opgave van de maximale analoge spanning. De locomotief eerst alleen over de baan met de Speedmeter actief. Omdat deze locomotief is uitgerust met een digitale decoder, kun je de spanningen niet vergelijken met een normale analoge locomotief. De decoder neemt namelijk de "eerste volts" voor "eigen gebruik" om te kunnen regelen. Het komt er dus op neer dat het analoog rijden van een digitale locomotief een veel kleiner regelbereik geeft dat nog verder wordt ingeperkt door de standenschakelaar (ook al voelt dat niet zo) van de trafo. Zo heeft de 6720 regelaar 12 standen, waarvan 7 of 8 standen worden overgeslagen omdat de locomotief daarop niet rijd. Met 8,3V en 35mA reed de Br01 161 4km/u. Dat is netjes. Met 15,1V en 70mA reed de locomotief 116km/u. Dat is mooi, maar wel te langzaam. Deze locomotief kon 130km/u rijden en als ik de normen erbij haal mag voor een realiteits-begrip daar nog 10% bovenop. Dus de locomotief had eigenlijk 143km/u moeten klokken. Ik heb een sleep van 41 wagons er achter gehad. Die test had ik uitgebreid gedaan in het digitale domein, dus hier alleen maar even zien van doet ie het. Antwoord ja.
Digitaal
De DSR stond afgesteld op 14,1V en 60mA of 0,85W. Op stand 28 op de Intellibox Basic reed de locomotief 115km/u, dat is te langzaam. Op stand 3 reed de locomotief 1km/u. Stand 1 gaf vreemd gedrag, daarom denk ik dat er misschien nog iets is te regelen met de CV's. Vervolgens de 19 passagiersrijtuigen (824t) erachter gezet. Met 14,1V en ongeveer 70mA of 0,98W reed deze trein 109km/u. Met 16 wagons (723t) reed de trein op stand 10 bij 14,4V 15km/u. Op stand 3 was dat 1km/u. Vervolgens nog geprobeerd met 41 goederenwagons (1230t) uit de testsleep. De DSR stond op 14,0V, verbruik gemiddeld 80mA. Op stand 28 reed deze trein gemiddeld 103km/u, op stand 14 gemiddeld 25km/u, op stand 7 gemiddeld 7km/u en op stand 2 gemiddeld 2km/u. Vooral tussen stand 7 en 14 is het spectaculair omdat de locomotief dan luidruchtig dat hakken laat horen. Niet zo spectaculair is de conclusie dat de locomotief de snelheid van 130km/u en als model eigenlijk 143km/u bij lange na niet haalt. Het is twijfelachtig of dit met CV instellingen kan worden verholpen.
Je weet nu waarom ik bovenin de tabel laat zien en daarbij nog eens het gegeven dat de meeste D en FD treinen niet harder gaan dan 100km/u. En dat is dan nog eens voor het vlakke land. Met 824t en 109km/u scoort de locomotief in de tabel bovenaan tussen 100 en 110km/u. Vanuit dat standpunt bekeken voldoet de locomotief. Dat de locomotief ook nog eens 1230t kan trekken met 103km/u is veel meer dan wat er in de tabel staat. Bij de meesten van jullie komt er wellicht een Rheingold setje erachter en dan is dat ongeveer 260t. Die waarde kom je tegen bij de 5‰ en 110km/u.
Het rapportcijfer
In het verleden zijn er al testen geweest waarbij rapportcijfers werden gegeven. Ik heb een verhaal geschreven over hoe dat rapportcijfer tot stand komt. Je kunt het hier nalezen (https://www.n-spoorforum.nl/viewtopic.p ... 02#p277102). Met de opstelling kom ik tot het volgende;
Details 9,67
Bouwkwaliteit 8,00
Bedrukking 9,60
Loopeigenschappen 10,00
Bochtengedrag 10,00
Gedrag op wissels/kruisingen -0,00
Snelheid 3,33
Trekkracht analoog 6,67
Trekkracht digitaal 6,67
Totaal indruk 9,13 > 9,1
Door de manier van noteren in een rekenprogramma wordt enige subjectiviteit onderdrukt omdat genoemde onderdelen bestaan uit meerdere meetpunten.
Er zijn wat zaken die een verklaring behoeven. Details 9,67 omdat leidingen te netjes zijn verwerkt. Bouwkwaliteit een 8,00 omdat bij CV lijst geen opgave van wat het is of wat het doet en wat de minimum en maximum waarden zijn. Verder 27 functietoetsen en voor CV maar 14 waardes. Een verwijzing geven met uitsluitend een QR code zet mensen die dat niet gebruiken buiten spel. Geen opgave welke decoder is gebruikt, daarvoor moet je naar de website van Fleischmann. Er lopen zes draadjes van de tender naar de locomotief, bij het openen van de tenderkap en daarna weer sluiten is dat wel weer een uitdaging om draadjes weer in de juiste positie vast te klemmen. Kwetsbaar uitstroompijpje brak af, lamp tender afgevallen, veer losgeschoten en die ziet er niet hetzelfde uit zoals op onderdelenlijst, dus al eerder malheur mee geweest af fabriek. De lengte is goed en de doorsnede van de wielen vallen allemaal binnen de toleranties. Bedrukking een 9,60 omdat een aantal opschriften dichtgelopen zijn. Wel knap dat het zo klein nog leesbaar is. De loopeigenschappen zijn gewaardeerd met een 10,00 omdat er geen opmerkingen gemaakt konden worden. Bochtengedrag een 10,00, het model gaat overal doorheen. Het gedrag op wissels en kruisingen geeft geen aftrekpunten. De locomotief gaat niet door twee meegebogen wissels met het scherp tegen elkaar en op afslaand. Dat is een situatie die in het echt volgens mij niet voorkomt. Snelheid een 3,33, de locomotief haalt de maximum snelheid niet, niet analoog en niet digitaal. Het rapportcijfer voor trekkracht bestaat uit een analoog deel en een digitaal deel en wordt gezien als één onderdeel, zowel analoog als digitaal een score 6,67 (tot 13,33) omdat het model meer trekt dan gevonden in de tabel. De totale waardering en daarmee het rapportcijfer komt uit op een 9,1.