Minitrix 12365 Br18 521(S36.18)(DRG uitvoering)(DCC met geluid)

Test verslagen van N-Spoor rollend materieel en scenery
Gebruikersavatar

Onderwerp starter
Zaunkönigs Bahn
Berichten: 1141
Lid geworden op: 12 jan 2013 19:02

Minitrix 12365 Br18 521(S36.18)(DRG uitvoering)(DCC met geluid)

Bericht door Zaunkönigs Bahn »

Historie/achtergrond
In 1926 waren nieuwe sneltrein locomotieven beschikbaar met de bouwseries 01 en 02. Echter deze machines waren alleen geschikt voor trajecten geschikt voor 20 ton aslast. Grote delen van het hoofdnetwerk waren nog niet geschikt voor deze locomotieven en er was dus een noodzaak voor locomotieven met een aslast van 18 ton. Er werd besloten om de bewezen Beierse klasse S 3/6 opnieuw te bouwen. Maffei leverde in 1927 serie l met 12 locomotieven. Begin 1928 werd serie m met 8 locomotieven uitgeleverd. Deze series waren opnieuw ontworpen, de ketel druk steeg naar 16 bar en de hoogdruk cilinder werd vergroot naar 440mm. De grootste aslast bedroeg 18 ton. Serie n bevat slechts 2 locomotieven omdat inmiddels Maffei in zwaar weer was gekomen. De bouw werd voortgezet door Henschel & Sohn. In 1930 en 1931 werd in serie o de laatste 18 locomotieven geleverd. De gehele serie Br18.5 bestaat dus uit 40 locomotieven.

De Br18 serie locomotieven bestonden uit machines die zeer succesvol waren. Met de as opstelling 2'C1' (twee voorloop assen, 3 aangedreven assen en een sleep as), ook bekend als "Pacific", waren dit zeer betrouwbare goed geconstrueerde locomotieven met veel vermogen.
Bij de oprichting van de DRG vormden de 2'C1' sneltreinlocomotieven van de Sächsische Staatsbahn (type XVIII H), Württembergischen Staatseisenbahnen (klasse C), Badische Staatsbahn (IV f) en de Bayerische Staatsbahnen (S3/6) en later de eigen bestelde 2'C1' locomotieven de Baureihe 18.
Deze locomotieven waren onderling bepaald niet gelijk en er werd besloten om elk type in een eigen onder serie in te delen. Zo zijn er dus de typen 18.0 (Sächsische Staatsbahn type XVIII H), de 18.1 (Württembergischen Staatseisenbahnen klasse C), de 18.2 (Badische Staatsbahn IV f), de 18.3 (Badische Staatsbahn IV h), de 18.4 (Bayerische Staatsbahnen S3/6) en de 18.5 (Bayerische Staatsbahnen S3/6 Bauart 1912) ontstaan.

De Br18.5 series locomotieven hadden een rechte cabine en een opvallend en imposant uiterlijk door de naar verhouding lange ketel. Opvallend zijn ook de windgeleiders die aan de voorzijde zijn afgeschuind. De as opstelling 2'C1' stond garant voor een rustige loop. Het evenwichtige drijfwerk in combinatie met aandrijfwielen met een grote diameter maakte hoge snelheden tot de mogelijkheid. Deze combinatie deed het niet alleen goed in het vlakke land, in het middelgebergte konden D-treinen nog met een hoge snelheid worden gereden. Mede door het zuinige verbruik is deze machine te vinden voor veel internationale treinen, waarvan de bekendste wel de Rheingold is.

Op bladzijde 168 van het Merkbuch für die Fahrzeuge der Reichsbahn uitgave 1924 staat in de tabel de volgende (deel)opgave;

In het vlakke land   329t  met 120km/u (~  7 rijtuigen)
In het vlakke land   451t  met 110km/u (~  9 rijtuigen)
In het vlakke land   635t  met 100km/u (~13 rijtuigen)
op een 2‰   helling 680t met   85km/u (~14 rijtuigen)
op een 4‰   helling 480t met   85km/u (~  10 rijtuigen)
op een 5‰   helling 413t met   85km/u (~  8 rijtuigen)
op een 10‰ helling 463t met   60km/u (~  9 rijtuigen)
op een 14‰ helling 323t met   60km/u (~  6 rijtuigen)
op een 20‰ helling 258t met   40km/u (~  5 rijtuigen)
op een 25‰ helling 185t met   40km/u (~  3 rijtuigen)

Aan de hand van bovenstaande tabel beoordeel ik de locomotief. Op bladzijde 24 kolom 7 van het Merkbuch für die Fahrzeuge der Reichsbahn uitgave 1924 heeft de locomotief een "Größte Geschwindigkeit Vgr=km/st." van "120 G". De "G" achter 120 betekent dat de locomotief een "Geschwindigkeitsmesser" (snelheidsmeter) had.

Het model
Het model is nieuw gekocht om dienst te doen in de planning met D en Fd rijtuigen. In de doos een hard plastic inzet met een uitsparing voor de locomotief. Op deze inzet ligt een plastic deksel. Onderop en bovenop de locomotief ligt dan nog een plastic folie. Aan de papieren flap kan de plastic inzet eruit gehaald worden. Die flap zit vast met een soort van perforatie en is dus snel volledig los gescheurd, daarna heb je nagels nodig of iets van een schroevendraaier om de inzet uit de doos te halen. Dat zal niet veelvuldig zijn, onderin ligt een handleiding, een garantiebewijs en een plastic "zakje" met wat extra onderdelen waaronder een Arnold koppeling voor aan de voorzijde van de locomotief.

De handleiding is een dubbel gevouwen A5 boekwerkje in vier talen waaronder Nederlands. Op bladzijde 3 een inhoudsopgave, bladzijde 4 en 5 informatie over de locomotief (Nederlands op bladzijde 5). Het probleem met deze informatie is dat ze betrekking heeft op de Br18.4 serie. Dus de gegeven informatie is voor dit model onjuist. Bladzijde 6 en 7 geeft instructies in de Duitse taal. Bladzijde 8 en 9 dezelfde instructies, maar nu in het Engels. Bladzijde 10 en 11 idem, maar nu in het Frans. Op bladzijde 12 en 13 dan de instructies in het Nederlands. Daar is te lezen dat Analoog tot 14 Volt gaat (dat is de standaard van Fleischmann(!)) en digitaal tot 22 Volt. Verder worden de functies beschreven, deze gaan van F0 t/m F8. Op bladzijde 13 staan de CV waarden en hun betekenis en instelwaarden. Op bladzijde 14 een tekening met hoe je de wielen moet reinigen. Om de 40 bedrijfsuren moeten de assen van een drupje olie worden voorzien. Dit wordt standaard enigszins een oliebad omdat er nauwelijks ruimte is om met een injectienaald tussen de wielen en het chassis te komen. Dus met een wc-papiertje direct het overtollige weghalen. Uiteraard staat er een Trix flesje afgebeeld. Naast deze instructie op bladzijde 15 ook het geleuter over die geschoolde vakmensen van een service-centrum. Bladzijde 16 bevat een tekening met de onderdelen van de locomotief. De nummers staan uitgelijst op bladzijde 17. Natuurlijk even bij Trix gekeken, maar nabestellen is beperkt tot motor, lampjes, wat schroeven en bandjes. Al het andere is er niet meer of je moet op goed geluk gaan kijken bij een later model. Maar daar blijkt de lijst korter en korter te worden. Misschien is het wat als Trix een "datum tot" meegeeft. Tot die datum gegarandeerd nabestellen, daarna zo ver de voorraad strekt oid. En op zich kan ik er mee leven als ze zeggen dat je dan maar een nieuwe locomotief moet bestellen, maar die moet je dan natuurlijk wel in het assortiment hebben en daar is het al even droef gesteld als bij Fleischmann. Op bladzijde 18 een tekening met onderdelen van de tender. Verder geen enkele info over hoe je de bandjes kunt wisselen. Ahhh, nieuw!, de handleiding mag je ook niet weggooien! Op de achterzijde van de doos dat het alleen geschikt is voor volwassenen, nou ja 15+.

Afbeelding
Het model van de Br18 521 (S36.18) van na 16-2-1931

Ik heb geen foto gevonden van dit model zoals geleverd door Minitrix. De vergelijkingen zijn dus met foto's van de locomotief uit het blad Eisenbahn Journal 11/86 Sonderausgabe Baureihe 18⁴⁻⁶. Veel foto's zijn schuin van voren en dan links of rechts. De vergelijkingen zijn gemaakt met foto's waarop locomotieven staan uit de serie 520. Met deze foto's heb ik geen verschillen kunnen vinden of het moeten kleine details zijn die maar moeilijk te herkennen zijn in de zwart/wit foto's. Je moet goed zoeken op het internet, om de een of andere reden is er haast geen beeldmateriaal van deze locomotief en dat is vreemd gezien het succes verhaal (of toch niet?). De locomotief ziet er goed uit. Er zijn de nodige apart aangebrachte details en mede door de kleurstelling doet dit filigraan aan. De stangen zijn verfijnd wat nog verder benadrukt wordt door de grote wielen. De loopwielen voor zijn bijna 10% te klein en zit net tussen het stoort niet en het stoort wel.

Bij het nameten van de wieldiameter blijkt dat de grootste afwijking bij de voorste loopwielen is met -9,38% en dat is niet echt binnen de toleranties. De andere wielen hebben allemaal afwijkingen die binnen gestelde toleranties liggen met als grootste afwijking de aandrijfwielen met -4,00%. De totale lengte heeft een afwijking van +0,96%, gewoon heel erg netjes. In de locomotief worden alle aandrijfwielen aangedreven en de wielen van de derde as zijn voorzien van rubber bandjes. Alle aandrijfwielen van de locomotief doen mee met de stroomvoorziening, bij de tender heb ik een meting gedaan en daar blijken de assen 1 en 3 gekoppeld te zijn aan rechts en as 2 gekoppeld te zijn aan links. As 4 doet bij mij niets, maar zou wel links moeten geleiden, hoe dat te verhelpen is niet duidelijk in de handleiding. De teksten zijn helaas niet overal scherp, vooral de teksten in de bronzen kleurstelling. In analoog bedrijf blijven ongeacht de rijrichting de lampen op de tender branden, dat is minder netjes. Ook is er dan geen geluid.

De testrun
Het model weegt 101,5 gram en is beproefd op mijn stokoude testbaan en op mijn trekkracht testbaan. De stokoude testbaan heeft allerlei rariteiten, er zit een boog in met een radius <R1(182), R1(194,6) en R2. Verder twee meegebogen wissels R1/R2 met de scherpe kanten tegen elkaar. Bogen die direct aansluiten op een Engels wissel. Allemaal ingrediënten waarop een locomotief of wagon soms de mist in kan gaan. Deze locomotief had zo ongeveer met alles wel een probleem. De radius <R1(182) en R1(194,6) hadden het probleem dat de voorste loopwielen uit de rails liepen. In het vervolg was dus een meegebogen wissel van R2 naar R1 ook een probleem. De Engelse wissel werd vanuit rechtuit niet correct genomen, ook al stond de wissel op rechtdoor. Dus de kwaliteit van de wissel is van belang omdat kennelijk de loopwiel flenzen dus danig scherp zijn dat ook gesloten wisseltongen bereden worden alsof deze open staan. Dat is minder. Nu is het wel zo dat het Engels wissel in de stokoude testbaan nog van Roco is en iets van 40 jaar oud, waarschijnlijk nog ouder. Helaas laat de afbeelding van het Engels wissel bij Fleischmann bestelnummer 22246 dezelfde opbouw zien. De meegebogen wissels beiden op afbuigend is gezien voorgaande resultaten niet geprobeerd.

Afbeelding
de stokoude testbaan

Op de trekkracht testbaan is er getest op analoog en op digitaal bedrijf. De analoge test is dus eigenlijk een test van de reeds ingebouwde decoder op analoog bedrijf.
Analoog wordt geleverd door de Fleischmann 6720 regelaar met een veel te grote stekkertrafo. Parallel aan de aansluiting van de rails is een DMM verbonden om de spanning af te lezen. In serie een DMM ingesteld op stroommeting. Digitaal wordt geleverd door een Intellibox Basic met daarachter een DSR van AMW. Als monitor wordt een AMW meetsysteem gebruikt met een uitlezing in Volt en Ampère. Hier nog even een opmerking. In de handleiding van Minitrix staat dat in digitaal bedrijf 22 Volt het maximum is. Als je een Intellibox Basic aangesloten op een 16 Volt trafo gebruikt, dan kun je deze locomotief met deze decoder daar mogelijk niet op laten rijden, omdat de Intellibox Basic dan 24,15Volt (gemeten) als spanning geeft. Je kunt een en ander nalezen in dit draadje https://www.n-spoorforum.nl/viewtopic.php?t=17811. De snelheid kon door de beperkte lengte van de totale trein gemeten worden met de Speedmeter van Wisselmotor.nl.
De locomotief mocht eerst wat rondjes alleen rijden. Met behulp van de Speedmeter is goed meetbaar wanneer de motor op temperatuur is, pas bij het constant blijven van de snelheid ben ik gaan testen. De stijging en daling op de trekkracht testbaan loopt van 0,1% (1‰) tot en met 1,1% (11‰, kort traject voor de knik in de verlengde behangtafel), gecontroleerd met een digitale hoekmeter. De maximale waarde wisselt omdat ik elke keer de testbaan opnieuw opbouw en weer afbreek. Daardoor staat de verlengde behangtafel niet altijd hetzelfde.

Afbeelding
trekkracht testbaan

Omdat dit type locomotief (luxe)sneltreinen en passagierstreinen trok, is er gekozen voor een test sleep bestaande uit Rheingold rijtuigen. De keuze voor Rheingold rijtuigen is een suggestie van Sander (@Sibbesuisje). Deze rijtuigen zijn standaard voorzien van verlichting en de verlichting armaturen zijn voor de test verwijderd. De stroomafname gaat via veertjes die tegen de as drukken. Dit geeft een betrouwbare stroomafname en de extra weerstand is minimaal en een stuk lager dan de standaard slepers. Ik heb twee sets Rheingold wagons, echter de locomotief is niet sterk genoeg om twee Arnold sets met voldoende snelheid te trekken. Een standaard "D" of "FD" trein bestond uit ongeveer 8 rijtuigen, soms oplopend tot 14 rijtuigen. Als je precies wil weten welke wagons dat zijn kun je in dit draadje viewtopic.php?p=276706#p276706 dat zien. Het tonnage wordt dan als volgt, Arnold 0143 260 ton met enkele rijtuigen uit Arnold set 0142, 8 rijtuigen 424 ton of 9 rijtuigen 480 ton. Het tonnage wordt afgelezen van de rijtuigen of opgezocht in een boek. Als de samengestelde trein door de locomotief met de juiste snelheid wordt getrokken, dan trekt deze locomotief dit tonnage en kun je dit verder opzoeken in de diverse tabellen.

Analoog
In de handleiding staat dat analoog 14 Volt het maximum is. De Fleischmann 6720 regelaar gaat niet verder dan ±15 Volt (gevolg van 220 naar 240 als netspanning). Op ±8,4 Volt reed de locomotief 65 km/u, op ±14,0 Volt was dat 127 km/u. Verder niet getest omdat dit soort voorzieningen er meer in zitten als bescherming van de decoder, op een analoge baan gaat het niet stuk. Het model mag maximaal 192km/u rijden, namelijk 120km/u plus max. 60% geeft de voor de schaal maximaal toegelaten snelheid (NEM 661). De locomotief haalt dit in het geheel niet. Ook heeft de locomotief veel tijd/afstand nodig om op die 127km/u te komen.
Ik haak de 5 Rheingold rijtuigen aan, dat is een sleep van 260 ton (dat kom je aan de weet door of op de rijtuigen zelf te kijken of de literatuur erop na te slaan). De trein gaat met ±14,1 Volt niet harder dan ±98 km/u. Dat is teleurstellend.

Digitaal
De DSR stond op de afregeling van 18,1Volt. Intellibox Basic op stap 28(maximum) en dan reed de locomotief alleen 176 km/u. Op stand 2 werd dat 6 km/u en op stand 1 kon ik 1 km/u noteren. Vervolgens getest met 9 rijtuigen, maar dat was te veel. Een rijtuig er af en verder gegaan met 8 rijtuigen. Op stand 28 reed de trein 120 km/u, op stand 2 reed de trein 5 km/u. Nog een trapje gemaakt; stand 4 geeft 17 km/u, bij stand 6 wordt dat 28 km/u, stand 12 geeft 64 km/u, stand 18 geeft 105 km/u en bij stand 24 rijd de trein 111 km/u. Dus een standaard D of Fd trein kan worden aangehaakt en de bijbehorende snelheden worden gehaald. Op hellingen zal dat teruglopen, maar dat was in het 1:1 bedrijf ook zo. Ik heb het verhaal herhaald met 16,1 Volt. De locomotief alleen rijd dan op stand 28 ±146 km/u. Met 8 rijtuigen en stand 28 komt de trein niet verder dan ±93 km/u. Met 5 rijtuigen kan de trein ±106 km/u halen. De voorkeur ligt duidelijk bij 18 Volt.

Het rapportcijfer
In het verleden zijn er al testen geweest waarbij rapportcijfers werden gegeven. Niet zo heel lang geleden heb ik een verhaal geschreven over hoe dat rapportcijfer tot stand komt. Je kunt het hier nalezen (https://www.n-spoorforum.nl/viewtopic.p ... 02#p277102). Met de opstelling kom ik tot het volgende;

Details                                        10,00
Bouwkwaliteit                               6,80
Bedrukking                                   6,00
Loopeigenschappen                     5,00
Bochtengedrag                             4,00
Gedrag op wissels/kruisingen     -2,00
Snelheid                                     10,00
Trekkracht analoog                      3,33
Trekkracht digitaal                       5,00
Totaal indruk                               6,88 > 6,9

Door de manier van noteren in een rekenprogramma wordt enige subjectiviteit onderdrukt omdat genoemde onderdelen bestaan uit meerdere meetpunten.
Er zijn wat zaken die een verklaring behoeven.
Details 10,00 omdat ik niets heb kunnen ontdekken, hooguit dat leidingen te netjes lopen.
Bouwkwaliteit een 6,80 omdat de loopwielen voor veel te klein zijn, boekje gaat over de 18.4 en niet de 18.5, nabestellen beperkt is tot motor, lampjes, wat schroeven en bandjes. Geen informatie hoe bandjes te wisselen. Trapjes laten makkelijk los en zijn dan zoek. Wielen zeer strak op chassis, op veel plaatsen niet mogelijk om met een injectienaald er tussen te komen, dus daardoor te veel olie.
Bedrukking een 6,00 omdat de meeste opschriften wazig zijn, niet gestoken scherp. Daardoor onleesbaar. Delen van de opdruk (o.a. op de tender) zijn wel scherp.
De loopeigenschappen zijn gewaardeerd met een 5,00 omdat de loopwielen voor in een krappe boog uit de rails te schieten. Op de derde aandrijfas op beide wielen rubberen bandjes (bestelnummer E12087800). Verder blijkt de locomotief gevoelig voor vuil.
Bochtengedrag een 4,00, omdat de loopwielen voor de neiging hebben om in een krappe boog uit de rails te schieten, soms ook bij R2.
Het gedrag op wissels en kruisingen geeft 2 aftrek punten. Blijft rechtdoor rijden op Engels wissel op afslaand als deze recht wordt aangereden. Gaat niet van scherp naar stomp R2 > R1 op een meegebogen wissel.
Snelheid een 10,00, in het Merkbuch für die Fahrzeuge der Reichsbahn uitgave 1924 Blz. 24 kolom 7 staat 120G aangegeven, de meting is bij een analoge spanning van ±14,1 Volt en dan rijd de locomotief 127 km/u. Met digitale aansturing op 18,1 Volt en stand 28 rijd de locomotief 176 km/u.
Het rapportcijfer voor trekkracht bestaat uit een analoog deel met de score 3,33 en uit een digitaal deel met de score 5,00. De trekkracht komt daarmee in het totaal uit op 8,33. De trekkracht is analoog onvoldoende en zit ergens onder in de tabel. De trekkracht in het digitale deel zit ergens in het midden. Voor standaard "D" en "FD" treinen is met een juiste keuze van rijtuigen nog een goed beeld neer te zetten, maar het houdt niet over. Op hellingrijke banen zal deze locomotief waarschijnlijk niet voldoen. Aan de andere kant, in het echt werd bij een trein met 8 rijtuigen ook al gebruik gemaakt van een voorspan locomotief of een opduw locomotief.
De totale waardering en daarmee het rapportcijfer komt uit op een 6,9.


Met vriendelijke groet,
Joop

Project Zaunkönigs Bahn, Duitse baan, Tijdperk IIb (DRG)
https://joopn.home.xs4all.nl/msb/indexn.htm
Plaats reactie