Stieren van Fleischmann, Taurus II-III getest
Geplaatst: 11 mei 2011 14:55
Stieren van Fleischmann, Taurus II-III getest
Door: Robert Wienesen
In februari aangekondigd en sinds april de eerste modellen op de markt, das op z’n zachts gezegd vlot en gewaagd want deze loks zijn al eerder op de markt gebracht door Hobbytrain en Minitrix. De vraag is dan ook hebben we nog behoefte aan een derde model, dat gaan we eens uitvissen in deze materieeltest……
Geschiedenis/Grote voorbeeld
De geschiedenis van deze lokserie begint eigenlijk met de BR 127 001 van de Duitse spoorwegen (tegenwoordig MRCE dispolok ES 64-P-001) welke de basis vormt voor een complete lokfamilie op de Duits/Oostenrijkse sporen. Andere loks in de familie zijn de BR 152 (ES 64 F), ÖBB 1016 (ES 64 U), BR 182 (ES 64 U2) en BR 189 (ES 64 F4) waarbij de ES op eurosprinter slaat, de 64 op het vermogen (6,4 MW) en de P, F en U respectievelijk op Prototype, Freight en Universal. Fleischmann brengt momenteel de Taurus II (ES 64 U2) en III (ES 64 U4) op de markt.
Kenmerk van beide loks is hun meerspannings-mogelijkheid. De Taurus II (ES 64 U2) kan zowel op het in midden Europa gebruikelijke 15 kV/ 16,7 Hz worden ingezet als ook onder het moderne Europese systeem met 25 kV (vooral op hoge snelheidslijnen). De Taurus III (ES 64 U4)is ook in staat om onder gelijkstroom (3000 V) te rijden en is daarmee toegelaten op bijvoorbeeld het Italiaanse spoorwegnetwerk.
Een bijzonderheid van de ÖBB 1216 (ES 64 U4) is verder dat ze geruime tijd aanwezig is geweest in Nederland op de HSL, waar ze ontzettend veel testritten heeft gemaakt (en na verluid ook onder 1500 V heeft gereden) en later naar Würzberg is gegaan om daar het snelheidsrecord voor lokomotieven scherper te stellen. Daarmee is ze bij 357 km/h de snelste lok ter wereld geworden en volgde deze lok de Franse CC 7107 op welke ruim 50 jaar geleden de 331 km/h bereikte. Hoewel deze lok z’n leven begon als 1216 050 bij Siemens is ze tegenwoordig in een zwart/zilver kleed onderweg onder nummer 1216 025 bij de ÖBB welke ze na de overdracht heeft gekregen aldaar.
Zoals aangegeven zijn de betreffende loks allemaal universele loks en dus breed inzetbaar bij het grote voorbeeld. Goederentreinen, intercity en zelfs de hoogwaardige ÖBB Railjet behoren tot de mogelijkheden en alles in vele verschillende kleurstellingen en bij verschillende bedrijven.
Voor de Duitsland-liefhebber, de BR 182 is inmiddels overtallig bij Schenker geworden en de eerste loks zijn inmiddels overgedaan aan DB Regio alwaar ze tegenwoordig in combinatie met rode dubbeldekkers worden ingezet. Dit omdat de 185 inmiddels ruim aanwezig is in hun bestanden en toegelaten bij de zuidelijke buren. De aankoop van de 182/Taurus was voor DB Schenker een noodoplossing omdat de 152 niet in Oostenrijk toegelaten werd.
De inzet van de geteste modellen (1216 ÖBB en 1116 Railjet/ÖBB) is bijzonder breed. De Railjetlok zal echter hoofdzakelijk voor de Railjet-treinen naar Zwitserland worden gezet (vanwege de derde pantograaf), maar over het algemeen genomen worden de Railjet-loks ook nog wel voor goederentreinen en intercity-treinen gespot. De 1216 is een manus-van-alles en wordt zowel voor buurtboemels als voor EC’s ingezet en voor RoLa’s en andere treinen is ook geen probleem.
Het model
Bekende verpakking, maar uiteraard wel weer een vernieuwde kleurstelling. Geen idee, maar het wisselt zo langzaam aan met de seizoenen. Swoit als de lok maar goed is. De eerste indruk achter het plastic is goed. De kleuren doen wel wat flets aan maar om beter te beoordelen moet de lok eens uit het doosje bevrijdt worden.
De eerste goede indruk dus, en die is prima. De loks (Railjet 1116 en ÖBB 1216) doen prima en filigraan aan. Vele kleine details op het dak, fijne panto’s en zo te zien zijn ook de wieldoppen (GEEN remschijven, die zitten bij het grote voorbeeld binnen het draaistel en zijn dus niet zichtbaar) aanwezig. Tijd om de loks eens goed langs te lopen, te beginnen met de 1216.
Kenmerkend voor de loks van de 1216 serie zijn de uitgebreide accessoires die op het dak zitten, hetgeen te maken heeft met de aanwezigheid van een gelijkspannings-inrichting bij deze loks. Als consequentie hiervan is het een en ander op het dak gezet en ook in model is dit netjes uitgebeeld. We zien verschillende dakleidingen en isolatoren, 4 panto’s (met twee verschillende slijpstukken). Het dak ligt ook duidelijk lager dan de cabines, hetgeen hoort bij de lok. De bedrukking van de roostertjes is redelijk (soms iets onregelmatig qua dikte).
Volgende halte is de voorzijde/cabine van de lok. Het A-sein ligt bij de 1216 anders dan de 1116, en dit is prima nagemaakt. De top van de A zit keurig boven het cabineraam. De handrails voor rangeerwerkzaamheden is aanwezig onder het cabineraam (niet storend, van losstaand kunststof!!). Ook de rangeertreden zijn aanwezig (met een fijn traanplaatmotiefje) en als opmerkpuntje kunnen de baanruimers aangeduid worden. Deze zijn doorbroken vanwege de koppeling (later meer) waardoor het rijden zonder koppeling aan een zijde minder charmant oogt.
De zijkanten van de lok zijn duidelijk herkenbaar als ÖBB-lok. Logo’s zijn aanwezig (maar dekken niet helemaal 100% over het rode heen, iets wat bij de Hercules van FLM wel goed is gegaan) en de verdere beschrifting is loeprein en zeer compleet. De kenmerkende cabinedeuren (de 1116-serie heeft deze niet) met dubbele klinken en handrails zijn alle aanwezig. De draaistellen zijn compleet en het mooiste is de aanwezigheid van de “wieldoppen”. Deze hebben de andere broeders (Minitrix/Hobbytrain) niet standaard.
Als we de 1116 er dan nog even naast zetten valt gelijk het lengteverschil tussen de loks op. De 1116 is duidelijk korter dan de 1216-serie (zoals het hoort). Ook ligt de daktuin (panto’s e.d.) hoger en is deze keurig simpel gehouden. Wat wel sterk opvalt bij deze lok is dat de panto’s niet netjes op het model staan. Het zijn er wel eens waar drie (waarvan één met een Zwitsers sleepstuk), maar het laat wel een beetje over. Zonde dus. Qua bedrukking en kleurstelling doet de lok niet onder voor de 1216. Prima in orde en netjes zuiver. Ook de wielschijven zijn aanwezig en de cabine is keurig correct omgezet met de deuren op de juiste plaats en een keurig A-sein op de juiste hoogte. Wat ook een hele goede bijkomstigheid is, de Railjet-Taurus heeft keurig de schorten die het grote voorbeeld ook heeft. De lok verschilt hiermee dus (correct) van de normale 1116 en de andere Duitse equivalenten van Hectorrail en MRCE-Dispolok (MWB).
Overigens is het wel zaak de aangekochte modellen optisch goed te controleren. Er zijn namelijk loks waarbij de buffers beschadigd zijn of de panto’s zo brak dat je er weinig mee kan. Ook de rangeergrepen onder het cabineraam willen nog wel eens verbogen zijn. Controleren dus.
Technische uitrusting
De loks zijn er in zowel een analoge als een digitaal+sound variant, onderstaande heeft vooral betrekking op de analoge variant. De digitale variant zal licht verschillen (hoewel natuurlijk in de basis gelijk) en meer functionaliteit hebben vanaf de fabriek qua verlichting.
De loks voldoen in principe aan de laatste stand der techniek hetgeen betekend dat er een NEM-stekker voor decoder aanwezig onder de kap en dat er NEM-koppelschachten aanwezig zijn. Standaard verhaaltje dus. Inderdaad tot zover wel. Maar er zijn wat subtiele verschillen in vergelijking met voorgaande moderne constructies van Fleischmann. In de eerste plaats heeft de Taurus beschikking over een wit/rood lichtwissel met de rijrichting waardoor ze ook inzetbaar is in trek/duw-combinaties. Dit is een zeer positieve ontwikkeling want zowel de Oostenrijkse loks (welke regelmatig met Wiesel-dubbeldeksrijtuigen in de weer zijn) als de Duitse 182 (sindskort DB Regio) worden veelvuldig aangetroffen in dit soort inzetten en op bergbanen fungeren ze ook regelmatig als opdruklok.
Wat ook gelijk opvalt is de constructie van de NEM-schacht voor de koppeling. In het verleden werd er veelal gebruik gemaakt van een klein veerstaafje dat zorgde voor de “nul-stelling” van de schacht. Deze loks hebben echter een spiraalveertje meegekregen. Voordeel is dus dat je nooit meer hoeft te zoeken naar de veerstaafjes als ze wegspringen. Ook zijn de draaistellen van onder gesloten (dus geen tandwielen die stof van de bielsen pakken.
Het openen van de lok gaat volgens de beproefde methode van kap spreiden en onderstel eruit laten vallen. Alleen is de kapconstructie beduidend strakker dan eerdere modellen waardoor het openen bij mij alleen lukte middels paperclips, welke ter hoogte van draaistellen (daar zitten de kapnippels ongeveer) zonder al te veel gedoe tussen de kap en chassis geschoven kunnen worden. Na het openen valt gelijk op dat de motor helemaal weg gewerkt zit in het frame en de decoderplaats assymmetrisch is opgesteld op het chassis. De motor is slecht te zien en de lok moet volledig gesloopt worden (hetgeen ik even geen behoefte aan heb) maar is volgens de heren van de fabriek keurig vijfpolig en heeft een vliegwiel en is onderhoudsvrij/arm. Er zijn GEEN vervangende koolborsteltjes beschikbaar, deze zitten in de motor geperst en kunnen niet vervangen worden. Indien ze versleten zijn moet de complete motor vervangen worden en dient de lok als geheel gesloopt te worden (aldus de handleiding opsturen naar het service-centrum).
Spuwmodus: Waarom in vredesnaam deze constructie! Het moet toch mogelijk zijn om een motor af te leveren die gemakkelijk te vervangen is, zelfs een vijfpolige. Ik begrijp onderhoudsarm wel (sterker daar ben ik altijd voor te porren), maar als je motortje is doorgebrand of wat dan ook moet de hele handel naar een servicecentrum en dat betekent tijdrovend en kostbaar. Voor de volgende lok zien we daarom graag een onderhoudsarme, vijfpolige motor die wat gemakkelijker te bereiken is (ala BR 145/185/Ae 6/6 en 1010). Dat maakt onderhouden gewoon een stuk simpeler en dan kan ik het ook zelf doen.
Wat ook opvalt, alleen geschikt voor mechanisch bovenleidingsbedrijf. Er kan GEEN gebruik worden gemaakt van elektrische functionaliteit zoals deze bijvoorbeeld bij de BR 185 wel aanwezig was. Nu is dat wat obsoleet voor de digitale rijder, maar het geeft wel wat problemen bij personen die de bovenleding als zodanig willen gebruiken.
Decoders plaatsen is overigens dus plug-and-play. Fleischmann adviseert bij het gebruik van de huiseigen decoder 6854 01 wel een CV-waarde aan te passen bij deze loks (om exact te zijn CV 57 = 140), een reden wordt niet gegeven. De decoder die ik geplaatst heb is een DHL-160 decoder onder Selectrix-modus. De onderdeeltjes moeten naar de bovenzijde.
De baan op
Analoge en digitale tests zijn veel belovend, het model rijdt prima over de modelbaan heen en weer en de verlichting wisselt keurig mee met de rijrichting. De loks hebben geen problemen met een trein van 9 CNL-personenrijtuigen of een equivalente lengte (en dus meer assen) aan goederenwagens. Een hellingtest heb ik echter nog niet kunnen ondernemen, daarvoor wordt nog op toestemming van de Duitse/Boppardse autoriteiten voor een definitieve proefneming.
Verpakking
Bekende fleischmann-verpakking met een vernieuwde kleurstelling op de wikkel. De handleiding is en blijft zoals gebruikelijk summier en er zijn dus geen gegevens beschikbaar over vervangende onderdelen (muv de motor) en de motorisering van het model zelf.
Er wordt wel aangegeven waar het druppie olie mag en hoe de kap eraf moet en verder nog wat waarschuwingen mbt de motor vervangen en de decoder (CV-waarde, zie boven). Dus daarom opnieuw: Volledige handleiding is zeer wenselijk, kijk eens naar jullie concurrent Liliput heren Fleischmann/Roco of zet de gegevens dan tenminste gelijk online met de uitlevering van de modellen.
Overige
Zoals aangegeven zijn er vele varianten mogelijk. Voorlopig zijn er meerdere varianten aangekondigd van zowel de Taurus II (ÖBB-railjet, MRCE-Dispolok/Mittelweserbahn, Hectorrail) als de Taurus III (ÖBB Rh 1216, Arriva BR 183, PKP-Husarz BR 183) al dan niet met digitale sounddecoder. Uiteraard is er nog een keur aan varianten mogelijk en zal er later dit jaar tenminste een variant bij de herfstnoviteiten worden aangekondigd.
In vergelijking
Zowel Minitrix als Hobbytrain hebben de voorbije jaren de markt voorzien van Taurus-modellen. Met wisselend resultaat. Kenmerkend van de minitrix-variant is het gebruik van een bestaand BR 152 onderstel, een compromis waardoor het model met name in de bufferpartij niet goed wil smoelen (de minitrix-loks zijn Taurus II loks). Rijtechnisch zijn deze loks echter prima te doen op een kleine serie hobbyloks na welke op 2 assen werden aangedreven.
Hobbytrain heeft zowel de Taurus II als III op de markt gezet, wat vooral opvalt is dat deze loks van het type 1116 (welke voor het eerst in het Conrad-assortiment opdoken) zeer redelijk geprijsd waren (ca 50-80€ in den beginne). De modellen kunnenn per definitie geschaard worden onder de noemer Hobby-modellen. Ze waren in den beginne voorzien van een constructiefout (te korte en te hoge koppelschachten) en hebben over het algemeen gezien een zeer matige pantograafconstructie (type waaibomen). Om deze modellen een beetje up-to-date te krijgen en mechanisch aan de draad te laten rijden heb je nieuwe panto’s van Sommerfeldt nodig en ook een setje nieuwe koppelschachten volgens NEM zodat je de koppelingen fatsoenlijk kan gebruiken. Ook zijn ze bekend om hun hoogbenigheid en de tot vrij recent uitgeleverde modellen hadden geen steekverbinding voor de decoder (solderen noodzakelijk, maar wel gemakkelijk uitvoerbaar). Hieronder even FLM vs HT (ik heb geen MTX-model beschikbaar), de HT-lok verkeert niet in originele toestand en heeft nieuwe Sommerfeld panto's en een nieuwe NEM-koppelschacht. Door de hoogte past de HT-lok prima bij de hoogbenige FLM-ICwagens, de FLM-lok is beter geschikt voor LS-models en ROCO-ICwagens.
De nieuwere 1216-constructie van hobbytrain is redelijk goed gelukt. Hiervoor blijft het verhaal van de panto’s wel een beetje gelden en ook deze lok staat hoog op de poten en de lok is duidelijk donkerder van kleurstelling (zowel rood als grijs). Echter wat ook een probleem is, is de aanwezigheid van te grote nokken om de kap aan het frame te verankeren. Deze zijn zodanig dat ze bultvorming geven.
Conclusie
Met deze Taurus heeft fleischmann een optisch Huzarenstukje afgeleverd. Men heeft liefdevol en redelijk compromisloos een zeer goed getroffen model weten te maken van de Taurus-lok waarbij rekening is gehouden met de verschillen tussen beide uitvoeringen (en dus ook lengte-verschillen).
Echter technisch roept de lok wel de nodige vragen op. De constructie is onderhoudstechnisch niet optimaal gekozen en het feit dat ze adviseren de motor te vervangen op een servicecentrum roept bij mij echt twijfels op. Dit betekent overigens niet dat de lok niet goed rijdt, dat doet ze prima. Maar als er iets gebeurt dan wordt ik ff op kosten gejaagd (lok opsturen + technisch onderzoek + arbeidsloon etc etc.) terwijl ik vroeger even een motortje bestelde en de boel zo kon loshalen. Tevens, en dit is en blijft een pijnpunt. De handleiding is ronduit slecht. Waarom kunnen ze het wel bij Minitrix, Liliput en andere fabrikanten en is fleischmann niet in staat om het bedrukte kartonnen inleggertje te ontgroeien. Kom op, zo moeilijk is dat toch niet.
Alles bij elkaar genomen is de lok van prima kwaliteit te noemen, maar de technische vragen blijven een beetje openstaan. Dus als we het afzonderlijk langslopen dan is het uiterlijk en rijtechnisch een goed maar scoort de lok op onderhoudsgebied (zodra het echt noodzakelijk wordt) misschien net een voldoende. Gemiddeld een 7,5 zou ik dus zeggen.
Gegevens
Merk: Fleischmann
Type: Rh 1116 en 1216 van de ÖBB
Schaal: 1:160, spoor N
Tijdperk: V-VI resp. V
Catalogusnr: 731101, 731201
Frame: metaalspuitgietwerk
Opbouw: kunststof
Stroomafname: 4 assen, 2 antislipbandjes
Motor: Vijfpolig?, met vliegwiel
Verlichting: driepunts frontverlichting, rode sluitverlichting
Decoder: nee, NEM 651-stekkerverbinding
Krachtoverbrenging: via tandwielen
Rijeigenschappen: goed, regelmatig. Ook kruipend mogelijk
LoB (model/groot voorbeeld): 120 mm/ 19.280 mm (1116) en 122 mm/ 19.580 mm (1216),
Gewicht: ca 82 gram (beide geteste loks)
Min. Radius: geschikt voor R1
Koppeling: volgens NEMstandaard, koppelhaak volgens NEM standaard aanwezig
Prijs: adviesprijs €159,- (2011)
Bronnen (stand: 26 April 2011)
http://railcolor.net/
http://de.wikipedia.org/wiki/EuroSprinter
http://de.wikipedia.org/wiki/Siemens_ES64U2
http://de.wikipedia.org/wiki/Siemens_ES64U4
Door: Robert Wienesen
In februari aangekondigd en sinds april de eerste modellen op de markt, das op z’n zachts gezegd vlot en gewaagd want deze loks zijn al eerder op de markt gebracht door Hobbytrain en Minitrix. De vraag is dan ook hebben we nog behoefte aan een derde model, dat gaan we eens uitvissen in deze materieeltest……
Geschiedenis/Grote voorbeeld
De geschiedenis van deze lokserie begint eigenlijk met de BR 127 001 van de Duitse spoorwegen (tegenwoordig MRCE dispolok ES 64-P-001) welke de basis vormt voor een complete lokfamilie op de Duits/Oostenrijkse sporen. Andere loks in de familie zijn de BR 152 (ES 64 F), ÖBB 1016 (ES 64 U), BR 182 (ES 64 U2) en BR 189 (ES 64 F4) waarbij de ES op eurosprinter slaat, de 64 op het vermogen (6,4 MW) en de P, F en U respectievelijk op Prototype, Freight en Universal. Fleischmann brengt momenteel de Taurus II (ES 64 U2) en III (ES 64 U4) op de markt.
Kenmerk van beide loks is hun meerspannings-mogelijkheid. De Taurus II (ES 64 U2) kan zowel op het in midden Europa gebruikelijke 15 kV/ 16,7 Hz worden ingezet als ook onder het moderne Europese systeem met 25 kV (vooral op hoge snelheidslijnen). De Taurus III (ES 64 U4)is ook in staat om onder gelijkstroom (3000 V) te rijden en is daarmee toegelaten op bijvoorbeeld het Italiaanse spoorwegnetwerk.
Een bijzonderheid van de ÖBB 1216 (ES 64 U4) is verder dat ze geruime tijd aanwezig is geweest in Nederland op de HSL, waar ze ontzettend veel testritten heeft gemaakt (en na verluid ook onder 1500 V heeft gereden) en later naar Würzberg is gegaan om daar het snelheidsrecord voor lokomotieven scherper te stellen. Daarmee is ze bij 357 km/h de snelste lok ter wereld geworden en volgde deze lok de Franse CC 7107 op welke ruim 50 jaar geleden de 331 km/h bereikte. Hoewel deze lok z’n leven begon als 1216 050 bij Siemens is ze tegenwoordig in een zwart/zilver kleed onderweg onder nummer 1216 025 bij de ÖBB welke ze na de overdracht heeft gekregen aldaar.
Zoals aangegeven zijn de betreffende loks allemaal universele loks en dus breed inzetbaar bij het grote voorbeeld. Goederentreinen, intercity en zelfs de hoogwaardige ÖBB Railjet behoren tot de mogelijkheden en alles in vele verschillende kleurstellingen en bij verschillende bedrijven.
Voor de Duitsland-liefhebber, de BR 182 is inmiddels overtallig bij Schenker geworden en de eerste loks zijn inmiddels overgedaan aan DB Regio alwaar ze tegenwoordig in combinatie met rode dubbeldekkers worden ingezet. Dit omdat de 185 inmiddels ruim aanwezig is in hun bestanden en toegelaten bij de zuidelijke buren. De aankoop van de 182/Taurus was voor DB Schenker een noodoplossing omdat de 152 niet in Oostenrijk toegelaten werd.
De inzet van de geteste modellen (1216 ÖBB en 1116 Railjet/ÖBB) is bijzonder breed. De Railjetlok zal echter hoofdzakelijk voor de Railjet-treinen naar Zwitserland worden gezet (vanwege de derde pantograaf), maar over het algemeen genomen worden de Railjet-loks ook nog wel voor goederentreinen en intercity-treinen gespot. De 1216 is een manus-van-alles en wordt zowel voor buurtboemels als voor EC’s ingezet en voor RoLa’s en andere treinen is ook geen probleem.
Het model
Bekende verpakking, maar uiteraard wel weer een vernieuwde kleurstelling. Geen idee, maar het wisselt zo langzaam aan met de seizoenen. Swoit als de lok maar goed is. De eerste indruk achter het plastic is goed. De kleuren doen wel wat flets aan maar om beter te beoordelen moet de lok eens uit het doosje bevrijdt worden.
De eerste goede indruk dus, en die is prima. De loks (Railjet 1116 en ÖBB 1216) doen prima en filigraan aan. Vele kleine details op het dak, fijne panto’s en zo te zien zijn ook de wieldoppen (GEEN remschijven, die zitten bij het grote voorbeeld binnen het draaistel en zijn dus niet zichtbaar) aanwezig. Tijd om de loks eens goed langs te lopen, te beginnen met de 1216.
Kenmerkend voor de loks van de 1216 serie zijn de uitgebreide accessoires die op het dak zitten, hetgeen te maken heeft met de aanwezigheid van een gelijkspannings-inrichting bij deze loks. Als consequentie hiervan is het een en ander op het dak gezet en ook in model is dit netjes uitgebeeld. We zien verschillende dakleidingen en isolatoren, 4 panto’s (met twee verschillende slijpstukken). Het dak ligt ook duidelijk lager dan de cabines, hetgeen hoort bij de lok. De bedrukking van de roostertjes is redelijk (soms iets onregelmatig qua dikte).
Volgende halte is de voorzijde/cabine van de lok. Het A-sein ligt bij de 1216 anders dan de 1116, en dit is prima nagemaakt. De top van de A zit keurig boven het cabineraam. De handrails voor rangeerwerkzaamheden is aanwezig onder het cabineraam (niet storend, van losstaand kunststof!!). Ook de rangeertreden zijn aanwezig (met een fijn traanplaatmotiefje) en als opmerkpuntje kunnen de baanruimers aangeduid worden. Deze zijn doorbroken vanwege de koppeling (later meer) waardoor het rijden zonder koppeling aan een zijde minder charmant oogt.
De zijkanten van de lok zijn duidelijk herkenbaar als ÖBB-lok. Logo’s zijn aanwezig (maar dekken niet helemaal 100% over het rode heen, iets wat bij de Hercules van FLM wel goed is gegaan) en de verdere beschrifting is loeprein en zeer compleet. De kenmerkende cabinedeuren (de 1116-serie heeft deze niet) met dubbele klinken en handrails zijn alle aanwezig. De draaistellen zijn compleet en het mooiste is de aanwezigheid van de “wieldoppen”. Deze hebben de andere broeders (Minitrix/Hobbytrain) niet standaard.
Als we de 1116 er dan nog even naast zetten valt gelijk het lengteverschil tussen de loks op. De 1116 is duidelijk korter dan de 1216-serie (zoals het hoort). Ook ligt de daktuin (panto’s e.d.) hoger en is deze keurig simpel gehouden. Wat wel sterk opvalt bij deze lok is dat de panto’s niet netjes op het model staan. Het zijn er wel eens waar drie (waarvan één met een Zwitsers sleepstuk), maar het laat wel een beetje over. Zonde dus. Qua bedrukking en kleurstelling doet de lok niet onder voor de 1216. Prima in orde en netjes zuiver. Ook de wielschijven zijn aanwezig en de cabine is keurig correct omgezet met de deuren op de juiste plaats en een keurig A-sein op de juiste hoogte. Wat ook een hele goede bijkomstigheid is, de Railjet-Taurus heeft keurig de schorten die het grote voorbeeld ook heeft. De lok verschilt hiermee dus (correct) van de normale 1116 en de andere Duitse equivalenten van Hectorrail en MRCE-Dispolok (MWB).
Overigens is het wel zaak de aangekochte modellen optisch goed te controleren. Er zijn namelijk loks waarbij de buffers beschadigd zijn of de panto’s zo brak dat je er weinig mee kan. Ook de rangeergrepen onder het cabineraam willen nog wel eens verbogen zijn. Controleren dus.
Technische uitrusting
De loks zijn er in zowel een analoge als een digitaal+sound variant, onderstaande heeft vooral betrekking op de analoge variant. De digitale variant zal licht verschillen (hoewel natuurlijk in de basis gelijk) en meer functionaliteit hebben vanaf de fabriek qua verlichting.
De loks voldoen in principe aan de laatste stand der techniek hetgeen betekend dat er een NEM-stekker voor decoder aanwezig onder de kap en dat er NEM-koppelschachten aanwezig zijn. Standaard verhaaltje dus. Inderdaad tot zover wel. Maar er zijn wat subtiele verschillen in vergelijking met voorgaande moderne constructies van Fleischmann. In de eerste plaats heeft de Taurus beschikking over een wit/rood lichtwissel met de rijrichting waardoor ze ook inzetbaar is in trek/duw-combinaties. Dit is een zeer positieve ontwikkeling want zowel de Oostenrijkse loks (welke regelmatig met Wiesel-dubbeldeksrijtuigen in de weer zijn) als de Duitse 182 (sindskort DB Regio) worden veelvuldig aangetroffen in dit soort inzetten en op bergbanen fungeren ze ook regelmatig als opdruklok.
Wat ook gelijk opvalt is de constructie van de NEM-schacht voor de koppeling. In het verleden werd er veelal gebruik gemaakt van een klein veerstaafje dat zorgde voor de “nul-stelling” van de schacht. Deze loks hebben echter een spiraalveertje meegekregen. Voordeel is dus dat je nooit meer hoeft te zoeken naar de veerstaafjes als ze wegspringen. Ook zijn de draaistellen van onder gesloten (dus geen tandwielen die stof van de bielsen pakken.
Het openen van de lok gaat volgens de beproefde methode van kap spreiden en onderstel eruit laten vallen. Alleen is de kapconstructie beduidend strakker dan eerdere modellen waardoor het openen bij mij alleen lukte middels paperclips, welke ter hoogte van draaistellen (daar zitten de kapnippels ongeveer) zonder al te veel gedoe tussen de kap en chassis geschoven kunnen worden. Na het openen valt gelijk op dat de motor helemaal weg gewerkt zit in het frame en de decoderplaats assymmetrisch is opgesteld op het chassis. De motor is slecht te zien en de lok moet volledig gesloopt worden (hetgeen ik even geen behoefte aan heb) maar is volgens de heren van de fabriek keurig vijfpolig en heeft een vliegwiel en is onderhoudsvrij/arm. Er zijn GEEN vervangende koolborsteltjes beschikbaar, deze zitten in de motor geperst en kunnen niet vervangen worden. Indien ze versleten zijn moet de complete motor vervangen worden en dient de lok als geheel gesloopt te worden (aldus de handleiding opsturen naar het service-centrum).
Spuwmodus: Waarom in vredesnaam deze constructie! Het moet toch mogelijk zijn om een motor af te leveren die gemakkelijk te vervangen is, zelfs een vijfpolige. Ik begrijp onderhoudsarm wel (sterker daar ben ik altijd voor te porren), maar als je motortje is doorgebrand of wat dan ook moet de hele handel naar een servicecentrum en dat betekent tijdrovend en kostbaar. Voor de volgende lok zien we daarom graag een onderhoudsarme, vijfpolige motor die wat gemakkelijker te bereiken is (ala BR 145/185/Ae 6/6 en 1010). Dat maakt onderhouden gewoon een stuk simpeler en dan kan ik het ook zelf doen.
Wat ook opvalt, alleen geschikt voor mechanisch bovenleidingsbedrijf. Er kan GEEN gebruik worden gemaakt van elektrische functionaliteit zoals deze bijvoorbeeld bij de BR 185 wel aanwezig was. Nu is dat wat obsoleet voor de digitale rijder, maar het geeft wel wat problemen bij personen die de bovenleding als zodanig willen gebruiken.
Decoders plaatsen is overigens dus plug-and-play. Fleischmann adviseert bij het gebruik van de huiseigen decoder 6854 01 wel een CV-waarde aan te passen bij deze loks (om exact te zijn CV 57 = 140), een reden wordt niet gegeven. De decoder die ik geplaatst heb is een DHL-160 decoder onder Selectrix-modus. De onderdeeltjes moeten naar de bovenzijde.
De baan op
Analoge en digitale tests zijn veel belovend, het model rijdt prima over de modelbaan heen en weer en de verlichting wisselt keurig mee met de rijrichting. De loks hebben geen problemen met een trein van 9 CNL-personenrijtuigen of een equivalente lengte (en dus meer assen) aan goederenwagens. Een hellingtest heb ik echter nog niet kunnen ondernemen, daarvoor wordt nog op toestemming van de Duitse/Boppardse autoriteiten voor een definitieve proefneming.
Verpakking
Bekende fleischmann-verpakking met een vernieuwde kleurstelling op de wikkel. De handleiding is en blijft zoals gebruikelijk summier en er zijn dus geen gegevens beschikbaar over vervangende onderdelen (muv de motor) en de motorisering van het model zelf.
Er wordt wel aangegeven waar het druppie olie mag en hoe de kap eraf moet en verder nog wat waarschuwingen mbt de motor vervangen en de decoder (CV-waarde, zie boven). Dus daarom opnieuw: Volledige handleiding is zeer wenselijk, kijk eens naar jullie concurrent Liliput heren Fleischmann/Roco of zet de gegevens dan tenminste gelijk online met de uitlevering van de modellen.
Overige
Zoals aangegeven zijn er vele varianten mogelijk. Voorlopig zijn er meerdere varianten aangekondigd van zowel de Taurus II (ÖBB-railjet, MRCE-Dispolok/Mittelweserbahn, Hectorrail) als de Taurus III (ÖBB Rh 1216, Arriva BR 183, PKP-Husarz BR 183) al dan niet met digitale sounddecoder. Uiteraard is er nog een keur aan varianten mogelijk en zal er later dit jaar tenminste een variant bij de herfstnoviteiten worden aangekondigd.
In vergelijking
Zowel Minitrix als Hobbytrain hebben de voorbije jaren de markt voorzien van Taurus-modellen. Met wisselend resultaat. Kenmerkend van de minitrix-variant is het gebruik van een bestaand BR 152 onderstel, een compromis waardoor het model met name in de bufferpartij niet goed wil smoelen (de minitrix-loks zijn Taurus II loks). Rijtechnisch zijn deze loks echter prima te doen op een kleine serie hobbyloks na welke op 2 assen werden aangedreven.
Hobbytrain heeft zowel de Taurus II als III op de markt gezet, wat vooral opvalt is dat deze loks van het type 1116 (welke voor het eerst in het Conrad-assortiment opdoken) zeer redelijk geprijsd waren (ca 50-80€ in den beginne). De modellen kunnenn per definitie geschaard worden onder de noemer Hobby-modellen. Ze waren in den beginne voorzien van een constructiefout (te korte en te hoge koppelschachten) en hebben over het algemeen gezien een zeer matige pantograafconstructie (type waaibomen). Om deze modellen een beetje up-to-date te krijgen en mechanisch aan de draad te laten rijden heb je nieuwe panto’s van Sommerfeldt nodig en ook een setje nieuwe koppelschachten volgens NEM zodat je de koppelingen fatsoenlijk kan gebruiken. Ook zijn ze bekend om hun hoogbenigheid en de tot vrij recent uitgeleverde modellen hadden geen steekverbinding voor de decoder (solderen noodzakelijk, maar wel gemakkelijk uitvoerbaar). Hieronder even FLM vs HT (ik heb geen MTX-model beschikbaar), de HT-lok verkeert niet in originele toestand en heeft nieuwe Sommerfeld panto's en een nieuwe NEM-koppelschacht. Door de hoogte past de HT-lok prima bij de hoogbenige FLM-ICwagens, de FLM-lok is beter geschikt voor LS-models en ROCO-ICwagens.
De nieuwere 1216-constructie van hobbytrain is redelijk goed gelukt. Hiervoor blijft het verhaal van de panto’s wel een beetje gelden en ook deze lok staat hoog op de poten en de lok is duidelijk donkerder van kleurstelling (zowel rood als grijs). Echter wat ook een probleem is, is de aanwezigheid van te grote nokken om de kap aan het frame te verankeren. Deze zijn zodanig dat ze bultvorming geven.
Conclusie
Met deze Taurus heeft fleischmann een optisch Huzarenstukje afgeleverd. Men heeft liefdevol en redelijk compromisloos een zeer goed getroffen model weten te maken van de Taurus-lok waarbij rekening is gehouden met de verschillen tussen beide uitvoeringen (en dus ook lengte-verschillen).
Echter technisch roept de lok wel de nodige vragen op. De constructie is onderhoudstechnisch niet optimaal gekozen en het feit dat ze adviseren de motor te vervangen op een servicecentrum roept bij mij echt twijfels op. Dit betekent overigens niet dat de lok niet goed rijdt, dat doet ze prima. Maar als er iets gebeurt dan wordt ik ff op kosten gejaagd (lok opsturen + technisch onderzoek + arbeidsloon etc etc.) terwijl ik vroeger even een motortje bestelde en de boel zo kon loshalen. Tevens, en dit is en blijft een pijnpunt. De handleiding is ronduit slecht. Waarom kunnen ze het wel bij Minitrix, Liliput en andere fabrikanten en is fleischmann niet in staat om het bedrukte kartonnen inleggertje te ontgroeien. Kom op, zo moeilijk is dat toch niet.
Alles bij elkaar genomen is de lok van prima kwaliteit te noemen, maar de technische vragen blijven een beetje openstaan. Dus als we het afzonderlijk langslopen dan is het uiterlijk en rijtechnisch een goed maar scoort de lok op onderhoudsgebied (zodra het echt noodzakelijk wordt) misschien net een voldoende. Gemiddeld een 7,5 zou ik dus zeggen.
Gegevens
Merk: Fleischmann
Type: Rh 1116 en 1216 van de ÖBB
Schaal: 1:160, spoor N
Tijdperk: V-VI resp. V
Catalogusnr: 731101, 731201
Frame: metaalspuitgietwerk
Opbouw: kunststof
Stroomafname: 4 assen, 2 antislipbandjes
Motor: Vijfpolig?, met vliegwiel
Verlichting: driepunts frontverlichting, rode sluitverlichting
Decoder: nee, NEM 651-stekkerverbinding
Krachtoverbrenging: via tandwielen
Rijeigenschappen: goed, regelmatig. Ook kruipend mogelijk
LoB (model/groot voorbeeld): 120 mm/ 19.280 mm (1116) en 122 mm/ 19.580 mm (1216),
Gewicht: ca 82 gram (beide geteste loks)
Min. Radius: geschikt voor R1
Koppeling: volgens NEMstandaard, koppelhaak volgens NEM standaard aanwezig
Prijs: adviesprijs €159,- (2011)
Bronnen (stand: 26 April 2011)
http://railcolor.net/
http://de.wikipedia.org/wiki/EuroSprinter
http://de.wikipedia.org/wiki/Siemens_ES64U2
http://de.wikipedia.org/wiki/Siemens_ES64U4