De booster scheidings module BSM zorgt voor een
veilige elektrische scheiding van de boosterstroomkringen.
Daarvoor wordt een omschakelspoor, dat tussen de beide
boosterstroomkringen als scheidingsplaats ligt, altijd uit
slechts een v/d beide boosters met digitaalstroom gevoed.
In overeenstemming met de rijrichting, wordt de
digitale rijstroom van het omschakelspoor
automatisch voor het inrijden of uitrijden van de rijdende trein op de toebehorende
booster omgeschakeld.
De booster scheidings module BSM herkent de
rijrichting van de trein over vier geïsoleerde spoordelen,
de zogenaamde 'Meetsporen' waarvoor een lengte van 5
tot 20 centimeter optimaal is.
Tussen de meetsporen bevindt zich het omschakelspoor
(C1, C2), dat tenminste zo lang moet zijn als de langste trein
op de modelbaan.
De beide spoorstaven van de meetsporen A,B en D,E en het
omschakelspoor (C1, C2), worden geïsoleerd en met de
overeenkomstig aangeduide klemmen van de booster
scheidings module BSM verbonden.
De digitaalspanning van de beide boosters, waarvoor de
scheidingsplaats ingericht is, wordt over de klemmen
Booster X en Booster Y aangesloten. De digitaalstroom, die
door de booster scheidings module BSM kan worden
geschakeld, kan max. 8 Ampère bedragen.
Mbv. de booster scheidings module BSM kunnen
probleemloos boosters van alle fabrikanten, met
onderling verschillende elektrische eigenschappen, op een
modelspoorbaan gecombineerd worden ingezet.
De BSM kan als een volledig blok met 2 of 3 bezetmelder worden ingezet.
Deze bezetmelders kunnen op een normale stroomdetectie
of massadetectie module worden aangesloten en zijn volledig
galvanisch gescheiden van de boosters.